Zoek een zeldzame ziekte
Andere zoekoptie(s)
Familiale partiële lipodystrofie, Dunnigan-type
Definitie ziekte
Een zeldzame, genetische lipodystrofie, gekarakteriseerd door verlies van subcutaan vetweefsel in romp, billen en ledematen, accumulatie van vet in nek, aangezicht, bekken- en okselstreek, spierhypertrofie, en meestal geassocieerd met metabole complicaties zoals insulineresistentie, diabetes mellitus, dyslipidemie, en leversteatose.
ORPHA:2348
Classification level: Aandoening- Synoniem(en):
- FPLD2
- Familiale partiële lipodystrofie type 2
- Syndroom van Dunnigan
- Prevalentie: Unknown
- Erfelijkheid: Autosomaal dominant
- Leeftijd bij eerste symptomen: Op leeftijd, Puber, Volwassenheid, Kindertijd
- ICD 10: E88.1
- ICD-11: 5A44
- OMIM-nummer: 151660
- UMLS: C1720860
- MeSH: -
- GARD: 3126
- MedDRA: -
Samenvatting
Epidemiologie
Familiale partiële lipodystrofie, Dunnigan-type (FPLD2) is de meest voorkomende vorm van familiale partiële lipodystrofie (FPLD), waarvan de prevalentie in Europa wordt geschat op minder dan 1/100.000; dit is waarschijnlijk echter een onderschatting.
Klinische beschrijving
Lipodystrofie vangt meestal aan rond de puberteit, met regionaal verlies van onderhuids vetweefsel van ledematen, billen en romp, gevolgd door progressieve accumulatie van vet ter hoogte van aangezicht, nek en okselstreek, waardoor patiënten een cushingoïd uiterlijk krijgen. Vrouwen vertonen vaak een ernstiger fenotype dan mannen. Er wordt ook verhoogd volume en verhoogde massa van skeletspieren opgemerkt. Opvallende aders (als gevolg van lipoatrofie) worden waargenomen in ledematen. Metabole complicaties verschijnen progressief tijdens de adolescentie of volwassenheid, en omvatten insulineresistentie, diabetes, leversteatose, acanthosis nigricans, hoge bloeddruk, en premature atherosclerose met een verhoogd risico op coronaire hartziekte. Sommige patiënten vertonen mogelijk kenmerken van polycysteus-ovariumsyndroom zoals hirsutisme, oligomenorroe, polycystische eierstokken en onvruchtbaarheid. Alle patiënten hebben doorgaans aanleg voor vroege cardiovasculaire ziekten. Andere mogelijke manifestaties zijn onder meer complicaties van diabetes, terugkerende acute pancreatitis, en steatohepatitis of cirrose van lever.
Etiologie
FPLD2 wordt veroorzaakt door mutaties in het gen LMNA (1q22), dat codeert voor lamine A nucleaire intermediaire filamenten. Typische vormen van FPLD2 zijn voornamelijk het gevolg van heterozygote substituties in het 482ste codon van het gen (p.R482W/Q of L mutatie). Andere monoallelische of biallelische pathogene varianten van LMNA worden maar zelden aangetroffen, en zijn vaker geassocieerd met atypische vormen van lipodystrofie, al dan niet geassocieerd met laminopathische fenotypes (dystrofie van spier en/of hart, versnelde veroudering).
Diagnostische methodes
Diagnose wordt gesteld op basis van klinisch onderzoek, analyse van vetverdeling met behulp van beeldvorming (MRI, CT-scan en 'dual energy X-ray'-absorptiometrie van het hele lichaam), en evaluatie van de metabole status (hypertriglyceridemie, lage gehaltes hoge-densiteit lipoproteïne (HDL)-cholesterol in bloed, hyperinsulinemie, gewijzigde glucosetolerantie, lage circulerende gehaltes leptine en adiponectine). De queteletindex (BMI) is meestal normaal. Gehaltes van leverenzymen dienen gemeten te worden en echografie van lever dient uitgevoerd te worden, met inbegrip van transiënte elastografie indien leververvetting wordt vermoed. Cardiovasculaire onderzoeken zijn nodig om te zoeken naar hartritme- en hartgeleidingsstoornissen, en vroege atherosclerose. Moleculair genetisch testen bevestigt de diagnose.
Differentiële diagnose
Differentiële diagnoses zijn onder meer andere vormen van FPLD, alsook syndroom van Cushing, type 2 diabetes, metabool syndroom, en verworven lipodystrofie.
Antenatale diagnose
Prenatale diagnose kan besproken worden met families met een gekende causale mutatie van de ziekte.
Genetisch advies
FPLD2 wordt overgeërfd op een autosomaal dominante manier; in geval van een getroffen ouder bedraagt het risico op transmissie van de ziekte 50%.
Beheer en behandeling
Behandeling bestaat uit het corrigeren van metabole afwijkingen en het beheren van complicaties. Toezien op dieet (verminderde inname van vetten en koolhydraten) en onderhouden van dagelijkse fysieke activiteit kunnen de metabole complicaties van lipodystrofie verbeteren. Medicijnen die de gevoeligheid voor insuline verhogen (insuline-sensitizers) (voornamelijk metformine) en lipideverlagende middelen (statines, of fibraten in geval van ernstige hypertriglyceridemie) kunnen ook nuttig zijn. Diabetes vereist mogelijk andere, niet-specifieke behandelingen, in combinatie met insuline. Het weesgeneesmiddel metreleptine wordt in Europa in uitzonderlijke omstandigheden toegelaten voor behandeling van metabole complicaties van partiële vormen van lipodystrofie, bij volwassenen en kinderen ouder dan 12 jaar bij wie standaard behandelingen niet succesvol zijn. Verdere studies zijn nodig om de voordelen en risico's van deze behandeling te onderzoeken. Regelmatig hartonderzoek wordt aangeraden. Ethinylestradiol dient vermeden te worden bij vrouwen met FPLD2. Plastische chirurgie kan sommige patiënten helpen.
Prognose
De prognose is gerelateerd aan de ernst van geassocieerde comorbiditeiten (diabetes, pancreatitis, cardiovasculaire ziekten).
Er is een tekst voor deze aandoening beschikbaar in het Deutsch (2020) English (2020) Español (2020) Français (2020) Italiano (2020) Russian (2020, pdf)
Gedetailleerde informatie
Richtlijnen
- Richtlijnen klinische praktijk
- Français (2021) - PNDS
- English (2022) - Orphanet J Rare Dis


Aanvullende informatie