Zoek een zeldzame ziekte
Andere zoekoptie(s)
Ziekte van Cushing
Definitie ziekte
Ziekte van Cushing (CD) is de meest voorkomende oorzaak van endogeen Cushingsyndroom (CS; zie deze term) en is te wijten aan chronische hypersecretie van ACTH door een corticotroop hypofyseadenoom.
ORPHA:96253
Classification level: Aandoening- Synoniem(en):
- Corticotroop hypofyseadenoom
- Hypofysair corticotroop micro-adenoom
- Hypofyseafhankelijk Cushingsyndroom
- Prevalentie: 1-9 / 100 000
- Erfelijkheid: Niet toepasbaar
- Leeftijd bij eerste symptomen: Volwassenheid
- ICD 10: D35.2 E24.0
- OMIM-nummer: 219090
- UMLS: C0010481 C0221406
- MeSH: D047748
- GARD: 12867
- MedDRA: 10035109
Samenvatting
Epidemiologie
De exacte prevalentie is onbekend. De prevalentie van endogeen CS wordt geschat op ongeveer 1/26.000, waarbij CD meer dan twee derde van alle gevallen vertegenwoordigt. Recente gegevens suggereren dat milde CD vaker voorkomt dan eerder werd gedacht.
Klinische beschrijving
De vrouw-manverhouding van CD is 4-5:1, behalve bij prepuberale patiënten, waar een sterke mannelijke predominantie wordt waargenomen. De piekincidentie is op de leeftijd van 25 tot 40 jaar. De ziekte manifesteert zich met tekenen van CS (obesitas van romp en gezicht en tekenen van hyperkatabolisme), maar ook hyperpigmentatie van de huid en/of neurologische complicaties in sommige gevallen van corticotroop macroadenoom.
Etiologie
Er is weinig bekend over de onderliggende pathogenese van hypofysetumoren. De meeste hypofyseadenomen treden geïsoleerd op, met zeldzame gevallen (< 5%) die zich ontwikkelen als onderdeel van familiale syndromen zoals multipele endocriene neoplasie type 1 (MEN 1), dat wordt veroorzaakt door mutaties in het gen MEN1 (11q13), familiale geïsoleerde hypofyseadenomen (FIPA) waar bij 15% van de patiënten mutaties het AIP gen (11q13-32) zijn gevonden, en de onlangs beschreven multipele endocriene neoplasie type 4 (MEN 4) die wordt veroorzaakt door mutaties in het gen CDKN1B (zie deze termen).
Diagnostische methodes
De eerste diagnostische stap is bevestiging van CS (dat wil zeggen hypercortisolemie) op basis van de aanbevolen 1e lijntests (minstens twee metingen van 24-uurs urinecortisol en speekselcortisol 's avonds, en 1 mg 's nachts of 2 mg/48u dexamethason suppressietest) en 2e lijntests (een van bovengenoemde metingen of middernachtmeting van cortisol in het serum of cortisolcyclus in het serum of dynamische tests). De tweede stap van de diagnose is meting van plasma ACTH-concentraties om het onderscheid te kunnen maken tussen ACTH-afhankelijk CS (waarden groter dan 15-20 pg/ml) en ACTH-onafhankelijk CS (zie deze term). In geval van twijfel zijn een CRH-test of hooggedoseerde dexamethason suppressietest en een computertomografiescan (CT) van de bijnier aanbevolen. De derde stap lokaliseert de plaats van ACTH-hypersecretie, hypofysair (CD) of niet-hypofysair (ectopisch ACTH-secretiesyndroom, EASS; zie deze term). De diagnose van CD is gebaseerd op dynamische hormonale tests om de corticotrope repons te onderzoeken die CD onderscheidt (met respons vaak gedeeltelijk gereguleerd: `positieve' tests) van EASS (met respons meestal niet-gereguleerd: `negatieve' tests), alsook metingen van tumormarkers, beeldvormingsonderzoek (magnetische kernspinresonantie van de hypofyse (MRI), thoraco-abdominopelvische CT, somatostatinereceptor-scintigrafie) en monsterafname van bilaterale inferieure petrosale sinus voor ACTH-assay.
Differentiële diagnose
De differentiële diagnoses van CD zijn de oorzaken van CS (zie deze term).
Genetisch advies
Het vermoeden van een genetische aandoening rechtvaardigt gespecialiseerd multidisciplinair genetisch overleg.
Beheer en behandeling
Verwijdering van de tumor kan leiden tot volledig herstel maar er is 15-25% kans op herhaling en 20-30% kans op persistentie na de operatie. Transsfenoïdale hypofysechirurgie is de eerstelijnsbehandeling voor toegankelijk en niet-invasief microadenoom van de hypofyse, alsook in sommige gevallen van negatieve MRI indien CD wordt bevestigd na staalname van de inferieure petrosale sinus. Na succesvolle hypofysechirurgie is hydrocortisonsubstitutie vaak noodzakelijk. Als een operatie mislukt, kan een nieuwe ingreep worden voorgesteld. Als een operatie van de hypofyse niet mogelijk of mislukt is, moeten alternatieve opties afzonderlijk worden beschouwd, zoals medische behandeling, bilaterale adrenalectomie of radiotherapie van de hypofyse.
Prognose
Onbehandelde CD kan levensbedreigend zijn.
Gedetailleerde informatie
Artikel voor het grote publiek
Artikel voor experts
- Samenvatting
- Greek (2012, pdf)
- Review artikel
- English (2012)
- Richtlijnen klinische praktijk
- Español (2010, pdf)
- English (2015)
- Clinical genetics review
- English (2020)
Aanvullende informatie