Zoek een zeldzame ziekte
Andere zoekoptie(s)
Syndroom van Prader-Willi
Definitie ziekte
Een zeldzaam, genetisch syndroom van de neurologische ontwikkeling, gekarakteriseerd door hypothalamische-hypofysaire disfunctie met ernstige hypotonie en voedingsproblemen tijdens de neonatale periode, gevolgd door een periode van overmatige gewichtstoename met hyperfagie en een risico op ernstige obesitas tijdens de kindertijd en volwassenheid, leermoeilijkheden, beperkte sociale vaardigheden en gedragsproblemen of ernstige psychiatrische problemen.
ORPHA:739
Classification level: AandoeningSamenvatting
Epidemiologie
De wereldwijde geboorteprevalentie wordt geschat op 1/15.000-30.000.
Klinische beschrijving
De ernstige hypotonie bij de geboorte is geassocieerd met ondermaatse orale en sociale vaardigheden die levenslang aanhouden, zij het klinisch minder evident. Karakteristieke gelaatskenmerken (een smal voorhoofd, amandelvormige ogen, dunne bovenlip en naar beneden gekeerde mond), alsook zeer kleine handen en voeten, worden frequent waargenomen. Na deze initiële fase, gevolgd door een overmatige gewichtstoename zonder een verandering van het eetpatroon, verschijnen de meest opvallende tekenen: hyperfagie en afwezigheid van verzadigingsgevoel, die vaak leiden tot ernstige obesitas bij getroffen kinderen, mogelijk al vanaf de leeftijd van drie jaar. De situatie kan snel verslechteren zonder strikte controle op toegang tot voedsel. Andere geassocieerde endocriene afwijkingen zijn onder meer kleine gestalte als gevolg van een groeihormoon (GH)-deficiëntie, onvolledige puberale ontwikkeling door hypogonadisme met een gemengde (centrale en perifere) oorsprong, hypothyreoïdie, premature pubarche, zelden, deficiëntie van corticotropine. De mate van cognitieve disfunctie varieert sterk, maar bij de meeste individuen is dit mild/matig. Het is geassocieerd met leerbeperkingen, en verstoorde spraak- en taalontwikkeling die worden verergerd door psychologische en gedragsproblemen, beperkte sociale vaardigheden, en moeilijkheden met het controleren van emoties. Mogelijke geassocieerde comorbiditeiten zijn onder meer diabetes, slaapgerelateerde ademhalingsstoornissen, gastro-intestinale problemen, en infecties. Het fenotype van syndroom van Prader-Willi (PWS) komt ook voor bij 10% van fragiele X-syndroom.
Etiologie
De ziekte is klinisch en genetisch heterogeen. Het wordt frequent veroorzaakt door een 15q11-q13 deletie van paternale oorsprong, maternale disomie of, zeer zelden, defecten van genomische inprenting in dezelfde regio.
Diagnostische methodes
PWS dient vermoed te worden bij presentatie van ernstige neonatale hypotonie, en bevestigd te worden aan de hand van genetische testen die methylatieanalyse, fluorescentie-in-situhybridisatie en testen op uniparentale disomie dienen te omvatten.
Differentiële diagnose
Bij de geboorte dient genetisch testen aangewend te worden om andere oorzaken van hypotonie uit te sluiten. Indien het neonatale fenotype doet denken aan PWS en de genetische testen negatief zijn, dient naar genen voor Prader-Willi-achtig syndroom (PWS-achtig) gezocht te worden. Bij oudere individuen omvat de differentiële diagnose andere syndromen met obesitas zoals syndroom van Bardet-Biedl, syndroom van Alström en, vooral, PWS-achtig.
Antenatale diagnose
Diagnose kan vermoed worden in het laatste trimester bij detectie van polyhydramnion, verminderde foetale bewegingen en abnormale posities van handen en voeten met of zonder foetale groeirestrictie. Genetisch testen kan de diagnose bevestigen maar er dient rekening mee gehouden te worden dat vergelijkende genoomhybridisatie niet volstaat om PWS uit te sluiten.
Genetisch advies
De meeste gevallen zijn sporadisch, maar in zeldzame gevallen kan echter dominante transmissie voorkomen met een risico van 50% wanneer de vader het inprentingsdefect draagt.
Beheer en behandeling
Multidisciplinair ziektebeheer dient al vroeg te worden geïmplementeerd, met bijzondere aandacht voor families met psychosociale moeilijkheden. De behandeling bestaat voornamelijk uit strikte controle op toegang tot voedsel, een programma voor fysieke inspanning, en behandeling met groeihormoon (GH). Geassocieerde comorbiditeiten vereisen systematische screening en evaluatie. Momenteel is er geen goedgekeurde medicatie voorhanden om specifiek de gedragsproblemen of mate van bereikte autonomie te verbeteren. Er zijn klinische studies aan de gang voor verschillende geneesmiddelen gericht op hyperfagie en gedrag.
Prognose
Obesitas is een voorname factor die de morbiditeit en mortaliteit beïnvloedt. Vroege diagnose, vroege multidisciplinaire zorg en GH-behandeling hebben de levenskwaliteit van getroffen kinderen enorm verbeterd. Vooral GH-behandeling bleek de body mass index (BMI) te stabiliseren, de lineaire groei en volwassen lichaamslengte te verbeteren, en, bij kinderen behandeld voor de leeftijd van 1 jaar, de cognitieve ontwikkeling te verbeteren. Adolescenten hebben baat bij continue GH-behandeling. Volwassenen die als kind GH ontvingen, hebben een lagere BMI en minder comorbiditeiten. Een bepaalde graad van autonomie kan bereikt worden, maar niet volledige autonomie.
Gedetailleerde informatie
Artikel voor het grote publiek
Artikel voor experts
- Samenvatting
- Slovak (2007, pdf)
- Greek (2007, pdf)
- Hebrew (2020, pdf)
- Richtlijnen voor spoedgevallen
- Español (2017, pdf)
- Français (2012, pdf)
- Italiano (2012, pdf)
- Anesthesierichtlijnen
- Español (2020)
- Deutsch (2012)
- Czech (2012)
- English (2021)
- Review artikel
- Español (2015, pdf)
- Richtlijnen klinische praktijk
- Español (2017)
- Français (2021)
- English (2017)
- Deutsch (2010)
- Praktische genetica
- English (2008, pdf)
- Guidance voor genetische testen
- English (2014)
- Français (2016, pdf)
- Clinical genetics review
- English (2017)
- Handicap informatiefiche
- Español (2017, pdf)
- Français (2013, pdf)
- Dansk (2018)
Aanvullende informatie