Zoek een zeldzame ziekte
Andere zoekoptie(s)
Syndroom van Romano-Ward
Definitie ziekte
Een vorm van familiaal lang-QT-syndroom (LQTS), gekarakteriseerd door episodes van syncope en elektrocardiografische afwijkingen (verlengd QT-interval, afwijkingen van T-golf en 'torsade de pointes' (TdP) ventriculaire tachycardie).
ORPHA:101016
Classification level: Aandoening- Synoniem(en):
- Lang-QT-syndroom van Romano-Ward
- Prevalentie: 1-5 / 10 000
- Erfelijkheid: Autosomaal dominant of Autosomaal recessief
- Leeftijd bij eerste symptomen: Elke leeftijd
- ICD 10: I45.8
- ICD-11: BC65.0
- OMIM-nummer: 192500 600919 603830 611818 611819 611820 612955 613485 613688 613693 613695 616247 616249
- UMLS: C4551647
- MeSH: D029597
- GARD: 3284
- MedDRA: 10039211
Samenvatting
Epidemiologie
De prevalentie van syndroom van Romano-Ward (RWS) wordt geschat op 1/2.500.
Klinische beschrijving
Cardiale gebeurtenissen komen voor vanaf de zuigelingentijd tot op middelbare leeftijd, maar kunnen zich reeds manifesteren in het intra-uteriene stadium en mogelijk lijden tot doodgeboorte. De meeste patiënten ontwikkelen symptomen tijdens fysieke inspanning of als reactie op stress of emotionele stoornissen, en symptomen treden maar zelden op in rust of tijdens de slaap. De episodes van syncope zijn te wijten aan TdP, een polymorfe ventriculaire tachycardie. TdP degenereert vaak tot ventrikelfibrilleren en veroorzaakt hartstilstand of acute dood. Bij sommige patiënten kan hartstilstand de eerste manifestatie van de ziekte zijn. Het elektrocardiogram toont doorgaans verlengde ventriculaire repolarisatie (QTc > 460 ms) en bifasische of ingekeepte T-golven in de precordiale afleidingen. Wijziging van de T-golf (in polariteit of amplitude) tussen hartslagen kan aanwezig zijn in rust, maar verschijnt doorgaans tijdens emotionele of fysieke stress en kan voorafgaan aan TdP. De hartslagfrequentie in rust of tijdens inspanning kan lager zijn dan normaal.
Etiologie
RWS kan het gevolg zijn van mutaties in genen die coderen voor subeenheden van cardiale ionkanalen of in genen die coderen voor proteïnen die interageren met cardiale ionkanalen. Tot op heden werden pathogene mutaties geïdentificeerd in talrijke genen, met KCNQ1, KCNH2 en SCN5A als de causale genen die het vaakst worden waargenomen. De genen CALM1, CALM2 en TRDN zijn ook ontegensprekelijk causale genen van LQTS, terwijl voor de resterende genen maar matig tot beperkt bewijs voorhanden is dat ze LQTS veroorzaken.
Diagnostische methodes
Diagnose is gebaseerd op typische bevindingen van elektrocardiografie, klinische manifestaties en familiegeschiedenis. Genetische diagnose dient altijd uitgevoerd te worden bij patiënten met een vermoedelijke diagnose op basis van klinisch onderzoek. Het dient ook uitgevoerd te worden bij getroffen familieleden met normale/subklinische QT-intervallen om diegenen die risico op acute dood lopen te identificeren.
Differentiële diagnose
Typische gevallen zijn zo kenmerkend dat differentiële diagnose niet vereist is. Voor grensgevallen dienen de volgende aandoeningen overwogen te worden: catecholaminerge polymorfe ventriculaire tachycardie (CPVT), syndroom van Jervell en Lange-Nielsen en andere vormen van LQTS, alsook vasovagale syncope, ventriculaire tachycardie, door medicatie geïnduceerd LQTS, en epilepsie.
Antenatale diagnose
Prenataal testen is mogelijk voor families bij wie de causale mutatie van de ziekte gekend is.
Genetisch advies
Het overervingspatroon is autosomaal dominant en erfelijkheidsadvies wordt aangeraden voor getroffen families. Het risico dat de pathogene variant van een getroffen individu wordt overgedragen op een nakomeling bedraagt 50%. Autosomaal recessieve transmissie werd beschreven bij een zeer klein aantal gevallen van RWS, en enkel in gevallen met mutaties in TRDN.
Beheer en behandeling
Bètablokkers zijn de eerste keuze voor therapie bij symptomatische patiënten. Wanneer episodes van syncope terugkeren ondanks therapie met volledige dosis bètablokkers, dient sympathische denervatie van linkerhart (LCSD) overwogen te worden en wanneer mogelijk geïmplementeerd te worden. Hartstimulatie wordt maar zelden geïndiceerd (e.g. bij zuigelingen of jonge kinderen met 2:1 atrioventriculair blok). Implanteerbare cardioverter-defibrillatoren (ICD's) worden altijd geïndiceerd na hartstilstand, of op verzoek van de patiënt, en wanneer syncope terugkeert ondanks toediening van bètablokkers en LCSD. Profylactisch gebruik van bètablokkers is aangewezen voor asymptomatische kinderen en volwassenen jonger dan 40 jaar met LQTS (LQT1, LQT2 of LQT3). LQTS en varianten van LQTS zijn hoofdoorzaken van plotse hartdood bij jonge, voor het overige gezonde individuen, en dragen significant bij tot wiegendood (SIDS). Aangezien zeer effectieve therapieën voorhanden zijn, is vroege diagnose (neonatale ECG-screening) van cruciaal belang, en laat dit preventief ziektebeheer toe.
Prognose
De prognose is ernstig voor zuigelingen met hartritmestoornissen in het eerste levensjaar en voor diegenen met mutaties in calmoduline-genen.
Er is een tekst voor deze aandoening beschikbaar in het English (2020) Español (2020) Français (2020) Deutsch (2009) Italiano (2009) Português (2009) Russian (2019, pdf)
Gedetailleerde informatie
Het brede publiek
- Artikel voor het grote publiek
- Français (2015, pdf) - Orphanet
- Español (2017, pdf) - Orphanet
Richtlijnen
- Richtlijnen voor spoedgevallen
- Español (2008, pdf) - Orphanet Urgences
- Italiano (2008, pdf) - Orphanet Urgences
- Português (2008, pdf) - Orphanet Urgences
- Français (2015, pdf) - Orphanet Urgences
- Richtlijnen klinische praktijk
- Français (2021) - PNDS
Overzichtsartikelen over ziekten
- Review artikel
- English (2008) - Orphanet J Rare Dis
- Clinical genetics review
- English (2018) - GeneReviews
Beperking
- Handicap informatiefiche
- Français (2015, pdf) - Orphanet
- Español (2016, pdf) - Orphanet
Genetische testen
- Guidance voor genetische testen
- English (2013) - Eur J Hum Genet
- Français (2017, pdf) - ANPGM


Aanvullende informatie