Zoek een zeldzame ziekte
Andere zoekoptie(s)
Immuungemedieerde necrotiserende myopathie
Definitie ziekte
Een zeldzame vorm van idiopathische inflammatoire myopathie, gekenmerkt door acute of subacute, ernstige, symmetrische, proximale spierzwakte, meestal geassocieerd met spierspecifieke antilichamen (anti-HMGCR of anti-SRP). Histopathologische kenmerken zijn onder meer necrose en regeneratie van myocyten zonder significante inflammatie, en depositie van C5b-9 op niet-necrotische spiervezels.
ORPHA:206569
Classification level: Aandoening- Synoniem(en):
- Anti-HMG-CoA-myopathie
- Anti-SRP-myopathie
- Auto-immune necrotiserende myopathie
- Auto-immune necrotiserende myositis
- IMNM
- Immuunmyopathie met necrose van myocyten
- NAM
- Prevalentie: Unknown
- Erfelijkheid: Niet toepasbaar
- Leeftijd bij eerste symptomen: Volwassenheid, Op leeftijd, Kindertijd, Puber
- ICD 10: G72.4
- OMIM-nummer: -
- UMLS: C3267047
- MeSH: -
- GARD: -
- MedDRA: -
Samenvatting
Epidemiologie
De incidentie van idiopathische inflammatoire myopathie als geheel gaat van 1,16 tot 19/miljoen/jaar, en de prevalentie gaat van 2,4 tot 33,8 per 100.000 inwoners. Hoewel de prevalentie en jaarlijkse incidentie niet gekend zijn, vertegenwoordigt immuungemedieerde necrotiserende myopathie (IMNM) ongeveer 10% van de idiopathische inflammatoire myopathieën.
Klinische beschrijving
De aanvangsleeftijd ligt doorgaans tussen 30 en 70 jaar, maar pediatrische aanvang is ook mogelijk. Het voornaamste presenterende kenmerk van IMNM is subacute ernstige symmetrische proximale myopathie, met een duidelijk verhoogd creatinekinase (CK)-gehalte. Het voornaamste klinische symptoom is zwakte van bovenste en onderste ledematen, wat leidt tot moeilijkheden met bewegen vanuit een zittende positie, beklimmen van trappen, of opheffen van objecten. Buigspieren van de hals, en faryngeale en respiratoire spieren kunnen ook betrokken zijn. Overige manifestaties zijn onder meer vermoeidheid, gewichtsverlies, dysfagie, en dyspneu. Interstitiële longziekte en betrokkenheid van hart werden ook reeds gerapporteerd (vooral bij patiënten met anti-SRP antilichamen).
Etiologie
De ziekte is vermoedelijk gerelateerd aan een immuunreactie die mogelijk wordt uitgelokt door therapie met geneesmiddelen (statines), virale infecties, of kanker. De pathofysiologische mechanismen zijn deels ontcijferd. Er werd een specifieke genetische achtergrond geïdentificeerd (HLA-DRB1*11:01 allel bij volwassen patiënten met anti-HMGCR auto-antilichamen). De productie van auto-antilichamen is een belangrijk kenmerk van de ziekte. Verschillende studies wijzen in de richting van een directe pathogene rol van deze auto-antilichamen, mogelijk via activatie van de complementsysteem.
Diagnostische methodes
Diagnose is gebaseerd op het klinische beeld, en de aanwezigheid van auto-antilichamen (anti-SRP of anti-HMGCR) en/of spierbiopsie waaruit duidelijke necrose van spier en minimale of geen inflammatoire infiltraten blijken, in tegenstelling tot andere inflammatoire myopathieën. Elektromyografie (EMG) toont myopathische bevindingen. Bij aanvang van spierzwakte bedragen de creatinekinase (CK)-gehaltes vaak meer dan een tienvoud van de bovenste limiet in normale omstandigheden. Beeldvorming met magnetische resonantie (MRI) kan diffuus of fragmentarisch oedeem in de spieren tonen, alsook op letsel lijkende vervanging van spier door vetweefsel. Anti-SRP en anti-HMGCR auto-antilichamen zijn vaak geassocieerd met deze aandoening. Momenteel vertegenwoordigt seronegatieve IMNM 20-30% van de gevallen.
Differentiële diagnose
Differentiële diagnoses zijn onder meer andere inflammatoire myopathieën. Bij kinderen kan de progressieve vorm van de ziekte lijken op spierdystrofie.
Beheer en behandeling
Behandeling van de onderliggende oorzaak, indien deze werd geïdentificeerd, is essentieel (statines of maligniteit). Patiënten met IMNM reageren doorgaans goed op langdurige immuunsuppressieve therapieën met meerdere middelen, te beginnen met hoge doses corticosteroïden. De therapeutische strategie is gebaseerd op een inductietherapie die hoge doses corticosteroïden en andere immuunsuppressiva (methotrexaat, rituximab of intraveneuze immunoglobulinen (IVIg)) combineert, gevolgd door een onderhoudsbehandeling met de laagste getolereerde dosis van corticosteroïden en immuunsuppressiva. De onderhoudsbehandeling dient minstens 2 jaar toegediend te worden om de ziekte onder controle te krijgen. Oefening wordt aanbevolen om de spierkracht te verbeteren. De reactie op de behandeling dient klinisch beoordeeld te worden op basis van spierkracht, en biologisch op basis van de CK-gehaltes.
Prognose
IMNM is de meest ernstige idiopathische inflammatoire myopathie op vlak van beschadiging van spieren, en recidief komt vaak voor. Vroege aanvangsleeftijd is een ongunstige prognostische factor wat betreft herstel van spierkracht. Er is een associatie met risico op kanker bij patiënten met seronegatieve IMNM en, in mindere mate, bij patiënten met anti-HMGCR IMNM.
Gedetailleerde informatie
Artikel voor het grote publiek
Artikel voor experts
- Richtlijnen klinische praktijk
- Deutsch (2014)
Aanvullende informatie