Zoek een zeldzame ziekte
Andere zoekoptie(s)
Foetaal valproaat-spectrumstoornis
Definitie ziekte
Een zeldzame teratogene aandoening als gevolg van embryonale/foetale blootstelling aan valproïnezuur (VPZ), gekarakteriseerd door typische faciale dysmorfie, congenitale anomalieën en ontwikkelingsachterstand (vooral voor taal en communicatie).
ORPHA:1906
Classification level: Aandoening- Synoniem(en):
- Foetaal valproaat-syndroom
- Foetaal valproïnezuur-syndroom
- Valproïnezuur-embryopathie
- Prevalentie: Unknown
- Erfelijkheid: Niet toepasbaar
- Leeftijd bij eerste symptomen: Antenataal, Neonataal, Kindsheid, Kindertijd
- ICD 10: Q86.8
- OMIM-nummer: 609442
- UMLS: C0236026
- MeSH: C536525
- GARD: 5447
- MedDRA: 10016524
Samenvatting
Epidemiologie
Prevalentie van foetaal valproaat-syndroom (FVS) is niet gekend. Er werd een incidentie van neuralebuisdefecten (NBD's) van 1-2% geassocieerd met het gebruik van VPZ tijdens het eerste trimester van de zwangerschap (10-20 keer hoger dan in de algemene populatie), terwijl de incidentie van congenitale hartziekte, neurologische ontwikkelingsachterstand en autismespectrumstoornis (ASS) ongeveer 4 tot 5 keer hoger geschat wordt dan in de algemene populatie.
Klinische beschrijving
De meeste zuigelingen die in utero worden blootgesteld aan VPZ worden gezond geboren. In 10% van de gevallen is intra-uteriene groeiretardatie aanwezig, maar postnatale groei is meestal normaal en de algehele gezondheid is goed. Typische gelaatskenmerken van FVS zijn onder meer hoog/breed voorhoofd met smalle bifrontale diameter, metopische craniosynostose, epicanthusplooien, mediale deficiëntie van wenkbrauwen, infra-orbitale groef, smalle/brede wipneus, lang en ondiep filtrum, lange bovenlip met dunne vermiljoengrenzen, dikke onderlip, en naar beneden gekeerde mondhoeken. Congenitale anomalieën geassocieerd met FVS zijn onder meer neuralebuisdefecten (e.g. spina bifida aperta), congenitale hartdefecten (e.g. ventrikelseptumdefect), schisis, genitale afwijkingen (e.g. hypospadie met niet-ingedaalde testikels) en ledemaatdefecten, alsook minder gangbaar hernia inguinalis (liesbreuk) en umbilicalis (navelbreuk), tracheomalacie, accessoire tepel, gespleten rib, en pre-axiale defecten van voeten. Kinderen blootgesteld aan VPZ lopen een hoger risico op ontwikkelingsproblemen zoals verminderde cognitieve functie (vooral op gebied van verbale intelligentie), aandachtsdeficiëntiestoornis, leerproblemen en vaak de communicatieproblemen van ASS.
Etiologie
FVS wordt veroorzaakt door blootstelling tijdens zwangerschap aan VPZ (valproaat), een stemmingsstabilisator en anti-epilepticum met breed spectrum. Na primaire metabolisme in lever kan VPZ makkelijk doorheen de placenta, waar de concentraties hoger zijn dan elders in de moeder. Embryo's en foetussen die tijdens het eerste trimester worden blootgesteld aan VPZ (vooral doses boven 600 mg/dag, maar lagere doses kunnen ook teratogeen zijn) hebben een hoger risico op ontwikkeling van FVS, aangezien dit de voornaamste periode voor structurele ontwikkeling is.
Diagnostische methodes
Diagnose is gebaseerd op de aanwezigheid van de goed herkenbare set klinische bevindingen in zuigelingen van moeders die VPZ namen tijdens hun zwangerschap.
Differentiële diagnose
Differentiële diagnoses zijn onder meer andere types van embryofoetopathie gerelateerd aan anti-epileptica (e.g. foetaal hydantoïnesyndroom) en mogelijk foetaal alcohol-spectrumstoornis.
Antenatale diagnose
Prenatale diagnose is mogelijk door detectie van anomalieën zoals NBD's en anomalieën van hart en andere organen door echografie, en door schatting van alfa-foetoproteïne in maternaal serum (met een geschiedenis van prenatale inname van valproaat).
Beheer en behandeling
VPZ dient vermeden te worden (indien mogelijk) tijdens de zwangerschap en toediening van hoge doses foliumzuur (4-5 mg/dag) dient opgestart te worden 6 weken voor bevruchting en doorgezet te worden gedurende het eerste trimester. In geval van zwangere vrouwen zonder doeltreffend alternatief dient VPZ toegediend te worden in een vorm met geleidelijke vrijzetting en in de laagst mogelijke verdeelde dosis, en bij voorkeur als een monotherapie in combinatie met hoge doses foliumzuur. Controle van neonaten moet onder meer het zoeken naar dysmorfe gelaatskenmerken, congenitale malformaties en ontwenningsverschijnselen bij de geboorte omvatten. Opvolging van het kind op lange termijn dient vroege diagnose en beheer van enige potentiële effecten op gedrag en neurologische ontwikkeling te omvatten, alsook educatieve en psychologische ondersteuning indien nodig. Verzorging van congenitale anomalieën dient te gebeuren volgens standaard behandelingsprotocollen. Kinderen met ASS dienen de regelmatige behandeling die wordt aangeboden aan kinderen met communicatiestoornissen te ontvangen.
Prognose
De prognose voor neonaten is zeer variabel en hangt af van klinische symptomen en gedragssymptomen, het moment van blootstelling aan VPZ, en de dosering van VPZ die werd ingenomen door de moeder. Bij diegenen met multipele congenitale anomalieën (vooral van cardiovasculair systeem en NBD's) of met significante intellectuele achterstand, kan de levensverwachting gedaald zijn.
Gedetailleerde informatie
Artikel voor experts
- Samenvatting
- Russian (2020, pdf)
- Richtlijnen klinische praktijk
- Français (2017)
- English (2019)
Aanvullende informatie