Zoek een zeldzame ziekte
Andere zoekoptie(s)
Kabuki-syndroom
Definitie ziekte
Een zeldzame aandoening met multipele congenitale anomalieen/neurologische ontwikkelingsstoornis, gekenmerkt door vijf hoofdkenmerken: intellectuele achterstand (doorgaans mild tot matig), viscerale malformaties (vaak congenitale hartdefecten), persisterende foetale vingertopkussentjes, postnatale kleine gestalte, skeletanomalieën (brachymesofalangie, brachydactylie V, afwijkingen van wervelkolom, en clinodactylie van vijfde digitus), en specifieke gelaatskenmerken (gebogen en brede wenkbrauwen, lange ooglidspleten, eversie van onderste ooglid, grote prominent en komvormige oren, ingedrukte neuspunt, en korte columella). Vaak worden verschillende bijkomende kenmerken waargenomen.
ORPHA:2322
Classification level: Aandoening- Synoniem(en):
- Kabuki make-up-syndroom
- Syndroom van Niikawa-Kuroki
- Prevalentie: 1-9 / 100 000
- Erfelijkheid: Autosomaal dominant of Niet toepasbaar
- Leeftijd bij eerste symptomen: Antenataal, Kindsheid, Neonataal
- ICD 10: Q87.0
- ICD-11: LD2F.1Y
- OMIM-nummer: 147920 300867
- UMLS: C0796004
- MeSH: C537705
- GARD: 6810
- MedDRA: 10063935
Samenvatting
Epidemiologie
De prevalentie van kabuki-syndroom (KS) wordt geschat op 1/32.000 geboortes en lijkt een vaak voorkomende etiologie te zijn bij misvormde foetussen.
Klinische beschrijving
De aandoening presenteert zich doorgaans met neonatale/infantiele hypotonie en voedingsproblemen (die meer dan 70% treffen). Bij 90% van de patiënten associeert KS ontwikkelingsachterstand en intellectuele achterstand. Intellectuele achterstand is vaak mild to t matig, maar het spectrum gaat van normaal intellect tot ernstige achterstand. Verbale verwerving van taal en verbaal geheugen zijn meestal beter dan visuospatiële vaardigheden of verwerkingssnelheid. Individuen met KS behalen meestal mijlpalen op vlak van lopen en taal. Hartmalformaties worden waargenomen bij ongeveer 50% van de patiënten. Niermalformaties, doofheid, en insulten van verschillende types worden waargenomen bij ongeveer 20% van de patiënten. Immuundeficiëntie en recidiverende infecties komen vaak voor. Auto-immune kenmerken nemen toe met de leeftijd en treffen ongeveer 20% van de volwassenen met KS. Scoliose en luxatie van patella vereisen regelmatige screening en dienen zorgvuldig opgevolgd te worden in de puberteit. Ontbreken van tanden wordt vaak waargenomen. Obesitas kan voorkomen vanaf de leeftijd van 5 jaar en vereist opvolging. Deficiëntie van groeihormoon wordt waargenomen in 25-30% van de gevallen. Premature thelarche komt voor bij 30% van de vrouwelijke patiënten.
Etiologie
KS is meestal het gevolg van de novo pathogene varianten bij ongeveer 70% van de patiënten die voldoen aan de diagnostische criteria. Bij de meeste patiënten (56% tot 75%) is KS te wijten aan mutaties in het gen KMT2D (12q13.12), en bij een minderheid van de patiënten (5%) wordt KS veroorzaakt door mutaties in het gen KDM6A (xp11.2).
Diagnostische methodes
Diagnose wordt vermoed bij klinisch onderzoek, en bevestigd met genetische analyses.
Differentiële diagnose
Differentiële diagnoses zijn onder meer CHARGE- en 3MC-syndroom, syndroom van Hardikar, KAT6B-gerelateerde aandoeningen, en andere genetische aandoeningen met betrokkenheid van regulatie van chromatine.
Antenatale diagnose
Voor ouders van een indexgeval dient detectie van KS door vruchtwaterpunctie bij toekomstige zwangerschap besproken te worden. KS kan geïdentificeerd worden aan de hand van sequentiebepaling van exoom tijdens prenatale screening voor malformatiesyndromen.
Genetisch advies
Transmissie van KMT2D-gerelateerd KS is autosomaal dominant; in de meeste situaties ontstaan pathogene varianten echter de novo en is bijgevolg het herhalingsrisico bij broers/zussen laag. Het herhalingsrisico voor broers/zussen wordt geschat op ongeveer 1%, op basis van de mogelijkheid van parentaal kiembaanmozaïcisme. Transmissie van KDM6A-gerelateerd KS is X-gebonden, en mannen worden ietwat vaker getroffen dan vrouwen.
Beheer en behandeling
Ziektebeheer dient levenslang en multidisciplinair te zijn. Regelmatige opvolging door een klinisch geneticus, pediater, oftalmoloog, psycholoog/psychiater, spraaktherapeut, en fysiotherapeut zal een grote impact hebben. Voedingsproblemen vereisen mogelijk sondevoeding (nasogastrische toediening of gastrostomie). Evaluaties van de ontwikkeling zijn nodig om medische diensten af te stemmen op de noden van elk individu. Mogelijk zijn andere specialisten vereist, zoals een cardioloog, gastro-enteroloog, nefroloog, immunoloog, KNO (keel, neus, oor) of stomatoloog. Speciale aandacht is vereist voor fijne grafomotorische en visuele problemen.
Prognose
De prognose is doorgaans gunstig. Specifiek onderzoek is vereist voor auto-immune en renale problemen. Autonomie is mogelijk beperkt, en getroffen individuen zullen soms levenslange ondersteuning door zorgverleners nodig hebben.
Er is een tekst voor deze aandoening beschikbaar in het Deutsch (2012) Italiano (2012) Português (2012) English (2020) Español (2020) Français (2020) Greek (2012, pdf) Suomi (2012, pdf) Russian (2020, pdf) Polski (2012, pdf)
Gedetailleerde informatie
Het brede publiek
- Artikel voor het grote publiek
- Español (2019, pdf) - Spanish hospitals
- Svenska (2019) - Socialstyrelsen
Richtlijnen
- Richtlijnen klinische praktijk
- English (2011, pdf) - Dyscerne
- Anesthesierichtlijnen
- Czech (2015) - Orphananesthesia
- English (2015) - Orphananesthesia
- Italiano (2015) - Orphananesthesia
Overzichtsartikelen over ziekten
- Clinical genetics review
- English (2022) - GeneReviews
Beperking
- Handicap informatiefiche
- Français (2018, pdf) - Orphanet


Aanvullende informatie