Zoek een zeldzame ziekte
Andere zoekoptie(s)
Mucolipidose type II
Definitie ziekte
Mucolipidose II (MLII) is een traag progressieve lysosomale stoornis, gekenmerkt door een groeivertraging, skeletafwijkingen, dysmorfie van het gelaat, stijve huid, vertraging in de ontwikkeling en cardiomegalie.
ORPHA:576
Classification level: Aandoening- Synoniem(en):
- I-cel ziekte
- Mucolipidose type II alfa/bèta
- N-acetylglucosamine 1-fosfotransferasedeficiëntie
- Prevalentie: <1 / 1 000 000
- Erfelijkheid: Autosomaal recessief
- Leeftijd bij eerste symptomen: Neonataal
- ICD 10: E77.0
- OMIM-nummer: 252500
- UMLS: C0020725 C2931894
- MeSH: C538602
- GARD: 6749
- MedDRA: -
Samenvatting
Epidemiologie
De wereldwijde prevalentie is onbekend. Geschatte waarden voor de prevalentie bij levendgeborenen werden gerapporteerd in Portugal (1/123.500), Japan (1/252.500), Nederland (1/625.500) en Ierland (1/64.100). In de regio Saguenay-Lac-St-Jean in Quebec werd een stichtereffect gerapporteerd.
Klinische beschrijving
Zuigelingen presenteren zich bij de geboorte met hypotonie, groeivertraging en geleidelijk verslechterende skeletale misvormingen, waaronder ulnaire deviatie van de handen met verbredende en camptomele vingers, kyfose, heupdislocatie, klompvoeten en vervormde lange beenderen. Een beperkt bewegingsbereik van de schoudergewrichten wordt opgemerkt bij de geboorte. Neonatale voorbijgaande hyperparathyreoïdie werd gedocumenteerd in ernstige gevallen van MLII. Een plat gezicht, ondiepe oogkassen met uitpuilende ogen, ingezakte neusbrug, prominente mond en tandvleeshypertrofie zijn duidelijk zichtbaar kort na de geboorte. De gelaatstrekken worden progressief grover. De huid is stug en verdikt, vooral rond de oorlellen. Vroege motorische mijlpalen zijn vertraagd en het cognitief functioneren is beneden normaal. De postnatale groei stopt gewoonlijk in het 2de levensjaar en contracturen ontwikkelen zich in alle gewrichten. De meeste patiënten lopen nooit. Cardiale betrokkenheid omvat het vaakst de verdikking en insufficiëntie van de mitralisklep of de aortaklep. De stem is hees en de ademhaling luid vanwege de progressieve vernauwing van de luchtwegen, mucosale verdikking en verstijving van alle bindweefsels, wat in combinatie met de cardiale betrokkenheid leidt tot cardiorespiratoire insufficiëntie.
Etiologie
MLII wordt veroorzaakt door mutaties in het GNPTAB-gen (12q23.3), dat codeert voor de alfa- en bèta-subeenheden van het N-acetylglucosaminefosfotransferase-complex. Mutaties in dit gen leiden tot een verstoring van de synthese van mannose-6-fosfaat, de marker op de oligomannosyl-type glycaanzijketens van lysosomale enzymen, die de enzymen naar de lysosomen van bindweefselcellen leiden. Een gebrekkige lysosomale functie (eerder dan een echte opslag van onverteerde producten) vertegenwoordigt de pathogenese van ML II.
Diagnostische methodes
De diagnose is gebaseerd op klinisch/radiografisch onderzoek en enzymtesten van plasma. Röntgenfoto's tonen een groeiende osteopenie en dysostosis multiplex (diafysaire verbreding en verkorting van de pijpbeenderen, anterieure-inferieure haakconfiguratie van de 1ste en/of 2de lumbale wervel, en relatief lange schaam- en zitbeenderen) aan. Lysosomale hydrolasespiegels in plasma en andere lichaamsvloeistoffen liggen 5-20 maal hoger dan normaal. Moleculaire mutatiescreening van het GNPTAB-gen bevestigt de diagnose. Testen op het enzymdefect, het visualiseren van cytoplasmatische inclusies en het documenteren van verhoogde urinaire oligosacharidenniveaus zijn mogelijk, maar niet routinematig beschikbaar.
Differentiële diagnose
De differentiële diagnoses omvatten Hurlersyndroom; GM1-gangliosidose type 1; de infantiele vorm van galactosialidose; sialidose type 2; vrij sialzuurstapelingsziekte, infantiele vorm; hypocalcemische rachitis; en ML III. Pacmandysplasie (zie deze termen) is in veel gevallen de prenatale uiting van ML II.
Antenatale diagnose
Prenatale diagnostiek is mogelijk in families met een gekende ziekteveroorzakende mutatie.
Genetisch advies
MLII wordt autosomaal recessief overgeërfd en erfelijkheidsadvies is mogelijk.
Beheer en behandeling
Er is geen remedie voor MLII en de behandeling is ondersteunend. Interactieve programma's om de cognitieve ontwikkeling te stimuleren, alsook 'lage impact'-therapieën (zoals aquatherapie) en ergo- en/of spraaktherapie kunnen gunstig zijn. Gingivectomie kan worden overwogen bij patiënten met ernstige pijn en infecties in de mond. Respiratoire ondersteuning en geassisteerde ventilatie kunnen nodig zijn in sommige gevallen. Zuigelingen en peuters moeten regelmatig opgevolgd worden (om de 3 maanden) om het cardiale en pulmonale functioneren te controleren, en daarna ieder jaar gedurende de vroege kinderjaren.
Prognose
De prognose is slecht met een fatale afloop (meestal te wijten aan cardiorespiratoire insufficiëntie) die het vaakst voorkomt in de kindertijd.
Gedetailleerde informatie
Artikel voor experts
- Samenvatting
- Polski (2014, pdf)
- Anesthesierichtlijnen
- Deutsch (2019, pdf)
- English (2019, pdf)
- Clinical genetics review
- English (2019)
Aanvullende informatie