Zoek een zeldzame ziekte
Andere zoekoptie(s)
Gedehydrateerde erfelijke stomatocytose
Definitie ziekte
Gedehydrateerde erfelijke stomatocytose (DHS) is een zeldzame hemolytische anemie die gekarakteriseerd wordt door een verminderde osmotische fragiliteit van rode bloedcellen vanwege een defect in de permeabiliteit voor kationen, met als gevolg dehydratatie van rode bloedcellen en milde tot matige gecompenseerde hemolyse. Pseudo-hyperkaliëmie (verlies van kaliumionen uit geconserveerde rode bloedcellen bij kamertemperatuur).
ORPHA:3202
Classification level: AandoeningSamenvatting
Epidemiologie
De prevalentie van DHS is tot op heden niet gekend, maar er werden ongeveer 20 families met DHS beschreven in de literatuur.
Klinische beschrijving
Het klinisch beeld van de ziekte is zeer heterogeen. DHS kan aanvangen tijdens de perinatale periode met voorkomen van oedeem en ascites (meestal niet gerelateerd aan een onderliggende anemie) die doorgaans vanzelf verdwijnen tijdens de eerste levensweken, maar die in zeldzame gevallen kunnen ontwikkelen tot hydrops foetalis (zie deze term). De meeste volwassen patiënten vertonen een milde anemie of een volledig gecompenseerde hemolyse, met vermoeidheid, icterus (geelzucht), splenomegalie en risico op secundaire complicaties waaronder cholelithiasis (galstenen). Patiënten kunnen ook doorverwezen worden voor onverklaarbare hemochromatose, aangezien ijzerstapeling regelmatig geassocieerd is met de ziekte. Trombotische complicaties (arteriële en veneuze incidenten, waaronder poortadertrombose (zie deze term) en pulmonale hypertensie) werden in grote aantallen beschreven na splenectomie.
Etiologie
De meeste gerapporteerde gevallen van DHS worden veroorzaakt door winstmutaties in het gen PIEZO1 (16q24.3) dat codeert voor een deel van een mechanosensitief ionkanaal. Dit leidt tot een verhoogde membraanpermeabiliteit voor kationen bij rode bloedcellen, met als gevolg kationdepletie, dehydratie en verkorte overleving van rode bloedcellen. Zeldzame atypische vormen werden geassocieerd met mutaties in SLC4A1 (17q21.31), dat codeert voor het Band 3 aniontransportproteïne, of KCNN4 (19q13.2), dat codeert voor het putatieve Gardos-kanaal.
Diagnostische methodes
Diagnose hangt af van laboratoriumbevindingen. Het typisch beeld omvat een normaal hemoglobinegehalte of milde anemie, normaal gemiddeld celvolume (MCV) of milde macrocytose, normale of verhoogde gemiddelde corpusculaire hemoglobineconcentratie (MCHC), verhoogde reticulocytose, en een klein aantal stomatocyten (<10% van rode bloedcellen). Onverklaarbare ijzerstapeling, zelfs met normale hemoglobinegehaltes, alsook onverklaarbare hemolyse (voor splenectomie) of trombotische incidenten na splenectomie, zijn indicatief voor DHS. Osmotische gradiënt ektacytometrie is de beste methode voor fenotypische diagnose, en toont een verschuiving naar links van de Gausscurve met een normale maximale vervormbaarheid en een verlaagd hypo- en hyperosmotisch punt, die respectievelijk wijzen op een verminderde osmotische fragiliteit en dehydratatie van cellen. In sommige gevallen wordt een verhoogd kaliumgehalte in het serum waargenomen, als gevolg van een lekkage in vitro en dus klinisch irrelevant. Analyse van het ferritinegehalte en beeldvorming van de lever met magnetische resonantie (MRI) worden uitgevoerd om ijzerstapeling na te gaan. Genetische analyse van de oorzakelijke genen kan uitgevoerd worden na fenotypische onderzoeken.
Differentiële diagnose
Differentiële diagnoses omvatten andere oorzaken van hemolyse, waaronder erfelijke sferocytose, overgehydrateerde erfelijke stomatocytose, hemoglobinopathie of deficiënties van enzymen in rode bloedcellen zoals hemolytische anemie als gevolg van rode bloedcel-pyruvaatkinasedeficiëntie (zie deze termen).
Genetisch advies
Overerving gebeurt autosomaal dominant en erfelijkheidsadvies dient aangeboden te worden aan getroffen families.
Beheer en behandeling
De behandeling is voornamelijk symptomatisch. Het voorkomen van cholelithiasis dient regelmatig gecontroleerd worden. Toediening van foliumzuursupplementen dient voorgesteld te worden in geval van anemie. Zwangerschap dient van dichtbij opgevolgd te worden. Het ijzergehalte dient regelmatig gecontroleerd te worden aan de hand van ferritinemie en MRI van de lever. IJzerdepletie, meestal door flebotomie, wordt voorgesteld wanneer ferritinemie de drempel van 1000 ng/ml bereikt, of wanneer ijzerstapeling in de lever aanwezig is. Splenectomie wordt afgeraden bij DHS vanwege het verhoogde risico op levensbedreigende arteriële en veneuze trombotische incidenten.
Prognose
De algemene prognose is gunstig bij goed beheerde patiënten (niet gesplenectomiseerd en met regelmatige controle van hun ijzerstatus). Gesplenectomiseerde patiënten lopen risico op vroege of late trombotische incidenten.
Aanvullende informatie