Zoek een zeldzame ziekte
Andere zoekoptie(s)
Primair renotubulair syndroom van Fanconi
Definitie ziekte
Een zeldzame, gegeneraliseerde, genetische aandoening van proximaal tubulair transport, gekarakteriseerd door excessieve urineproductie met verlies van opgeloste stoffen met laag moleculair gewicht (aminozuren, glucose, laagmoleculaire eiwitten, organische zuren, carnitine, calcium, fosfaat, kalium, bicarbonaat) en water, en mogelijk levensbedreigend.
ORPHA:3337
Classification level: Aandoening- Synoniem(en):
- Primair renaal syndroom van Fanconi
- Syndroom van DeToni-Debré-Fanconi
- Prevalentie: Unknown
- Erfelijkheid: Autosomaal dominant of Autosomaal recessief
- Leeftijd bij eerste symptomen: Kindsheid, Kindertijd
- ICD 10: E72.0
- OMIM-nummer: 134600 613388 615605 618913
- UMLS: -
- MeSH: -
- GARD: 9118
- MedDRA: -
Samenvatting
Epidemiologie
De prevalentie van deze aandoening is niet gekend.
Klinische beschrijving
De ziekte vangt doorgaans aan tussen zuigelingentijd en kindertijd met symptomen gerelateerd aan verlies van nutriënten, water en elektrolyten in tubuli. Typische klinische kenmerken zijn onder meer groeifalen en rachitis, normoglycemische glucosurie en polyurie met bicarbonaturie die leidt tot hyperchloremische metabole acidose. Nefrocalcinose en nierstenen zijn minder gangbaar.
Etiologie
De genetische etiologie werd bij een handvol families geïdentificeerd, en omvat mutaties in ofwel GATM (15q21.1), dat een rol speelt in de functie van mitochondriën, EHHADH (3q27.2), waar een specifieke mutatie (c.7G>A) een motief voor lokalisatie naar mitochondriën introduceert, of SLC34A1 (5q35.3), dat codeert voor de natrium/fosfaat-cotransporter in proximale niertubuli, NaPi-IIa. De ziekte kan echter ook het gevolg zijn van niet-geïdentificeerde mutaties. Let wel, het gen SLC34A1 is ook geassocieerd met twee andere ziekten, namelijk autosomaal recessieve infantiele hypercalciëmie en dominante hypofosfatemie met nefrolithiase of osteoporose.
Diagnostische methodes
Diagnose is gebaseerd op het klinische beeld, alsook bepaling van elektrolyten in plasma en evaluatie van uitscheiding van opgeloste stoffen in urine (aminoacidurie, proteïnurie, fosfaturie, calciurie, uricosurie, glucosurie).
Differentiële diagnose
Vooraleer de diagnose van primair renotubulair syndroom van Fanconi kan worden gesteld, dienen alle oorzaken van secondair syndroom van Fanconi te worden uitgesloten, zowel erfelijke (cystinose, tyrosinemie type I, fructosemie, ziekte van Wilson, galactosemie, glycogeenstapelingsziekte, ziekte van Dent, syndroom van Lowe, artrogrypose - nierdisfunctie - cholestase (ARC)-syndroom, mitochondriale cytopathieën) als verworven aandoeningen (vergiftiging door geneesmiddel of zwaar metaal, maligniteiten).
Genetisch advies
De meeste gerapporteerde gevallen zijn sporadisch, mogelijk geassocieerd met de novo mutaties. Er werden echter ook erfelijke vormen gerapporteerd. Het overervingspatroon is autosomaal dominant voor EHHADH en GATM, en autosomaal recessief voor SLC34A1. Het risico op transmissie naar een nakomeling bedraagt 50% bij autosomaal dominante ziekte en, wanneer beide ouders heterozygoot zijn voor de pathogene mutatie, 25% bij autosomaal recessieve ziekte.
Beheer en behandeling
De behandeling is symptomatisch. Niertransplantatie is curatief.
Prognose
Mits voldoende suppletie van vocht, elektrolyten en nutriënten, is adequate fysieke en neurocognitieve ontwikkeling meestal mogelijk. Mutaties in GATM zijn geassocieerd met progressieve chronische nierziekte, terwijl dit nog niet werd waargenomen in geval van EHHADH-geassocieerde ziekte.
Aanvullende informatie