Zoek een zeldzame ziekte
Andere zoekoptie(s)
Junctionele epidermolysis bullosa
Definitie ziekte
Een groep van erfelijke vormen van epidermolysis bullosa, gekenmerkt door betrokkenheid van huid en slijmvlies, en gedefinieerd door vorming van blaarvormende laesies tussen epidermis en dermis ter hoogte van lamina lucida van cutane basale membraan en door heling van laesies met atrofie en/of excessieve vorming van granulatieweefsel.
Samenvatting
Epidemiologie
Junctionele epidermolysis bullosa (JEB) is de minder gangbare maar vaak vroeg letale vorm van EB. De puntprevalentie ligt wereldwijd doorgaans onder 1/1.000.000, behalve in Nederland waar deze geschat wordt op 1/475.000. De prevalentie bij de geboorte schommelt wereldwijd tussen 1/110.000 en 1/455.000.
Klinische beschrijving
Aanvang vindt doorgaans plaats bij de geboorte, behalve in geval van laat optredende JEB. Er werden verschillende subtypes van JEB beschreven op basis van klinische kenmerken. Alle subtypes worden gekenmerkt door de aanwezigheid van hypoplasie van tandglazuur die zich manifesteert als lokale of uitgebreidere vingerhoed-achtige putjes op oppervlakken van sommige of alle tanden. Blaarvorming is meestal geassocieerd met vorming van atrofische littekens of excessief granulatieweefsel en nageldystrofie. Mogelijke bijkomende bevindingen van huid zijn onder meer congenitale aplasia cutis en progressief verlies van haar. Mucosale betrokkenheid is altijd aanwezig, zij het met variabele gradaties van ernst, en kan gastro-intestinaal stelsel, luchtwegen, urogenitaal stelsel, en ogen treffen. Pylorusatresie is het typische kenmerk van het subtype JEB met pylorusatresie. JEB wordt onderverdeeld in de volgende subtypes: ernstige JEB, intermediaire JEB, gelokaliseerde JEB, JEB met pylorusatresie (JEB-PA), JEB inversa, laat optredende JEB, laryngo-onychocutaan (LOC) syndroom, en JEB met interstitiële longziekte en nefrotisch syndroom.
Etiologie
JEB wordt veroorzaakt door mutaties in verschillende genen, waaronder COL17A1 (10q25.1), ITGA6 (2q31.1), ITGB4 (17q25.1), LAMA3 (18q11.2), LAMB3 (1q32.2), LAMC2 (1q25.3), en ITGA3 (17q21.33).
Diagnostische methodes
Diagnose is gebaseerd op bepaling van het niveau waarop blaren zich ontwikkelen met gebruik van stalen van huidbiopten na geringe tractie van huid. De aanbevolen technieken zijn kartering van antigenen met immunofluorescentie en transmissie-elektronenmicroscopie. Bij JEB bevindt het splijtvlak van de blaren zich in de lamina lucida van de cutane basale membraan. Subtypes worden vervolgens gedefinieerd op basis van bevindingen van immunofluorescentie en elektronenmicroscopie, en klinische presentatie. Genetisch testen dient altijd uitgevoerd te worden, aangezien dit noodzakelijk is voor prenatale diagnose.
Differentiële diagnose
De diagnose is meestal duidelijk, en er is weinig nood aan uitgebreid nagaan van differentiële diagnoses. In de neonatale periode dient mogelijk echter in utero infectie door herpes-simplexvirus overwogen te worden, vooral wanneer er geen sprake is van een familiegeschiedenis van ziekte met blaarvorming of wanneer de klinische bevindingen zeer atypisch zijn voor EB. Mogelijke differentiële diagnoses bij neonaten zijn onder meer overgeërfde of verworven huidaandoeningen met een gelijkaardige presentatie.
Antenatale diagnose
Prenatale diagnose dient steeds aangeboden te worden aan families die risico lopen om een kind met ernstige JEB te krijgen.
Genetisch advies
Overerving gebeurt autosomaal recessief. Ouders van een kind met JEB zijn obligate dragers van de pathogene varianten. Bij elke zwangerschap lopen ouders een risico van 25% op het krijgen van een getroffen kind.
Beheer en behandeling
Bij de meeste vormen van JEB vereisen getroffen patiënten hospitalisatie op een afdeling voor neonatale intensieve zorg vanwege de ernst van huidlaesies en extracutane manifestaties, en dienen onder meer water-elektrolytenbalans, niet-gedijen, anemie, en infectieuze en respiratoire complicaties opgevolgd en behandeld te worden. Behandeling van pijn is ook uiterst belangrijk bij deze patiënten en vereist vaak opioïden. Vervolgens dient zorgbeleid van patiënten te gebeuren door een multidisciplinair team, teneinde gecoördineerde zorg te verzekeren. Verzorging van huid is gebaseerd op vermijden van blaarvorming door zorgvuldig afdekken van huid ter bescherming, vermijden van trauma in het dagelijkse leven, doorprikken en draineren van nieuwe blaren, en preventie van secundaire infectie door nauwgezette wondverzorging.
Prognose
Patiënten met JEB, vooral diegenen met ernstige subtypes (ernstige JEB, JEB-PA en JEB met interstitiële longziekte en nefrotisch syndroom) lopen groot risico op overlijden tijdens de eerste levensjaren.
Er is een tekst voor deze aandoening beschikbaar in het English (2021) Español (2021) Français (2021) Português (2021) Deutsch (2012) Italiano (2012) Russian (2012, pdf)
Gedetailleerde informatie
Het brede publiek
- Artikel voor het grote publiek
- Français (2012, pdf) - Orphanet
- Svenska (2017) - Socialstyrelsen
Richtlijnen
- Richtlijnen voor spoedgevallen
- Français (2012, pdf) - Orphanet Urgences
- Richtlijnen klinische praktijk
- English (2012) - Int J Paediatr Dent
- English (2014) - Orphanet J Rare Dis
- English (2014) - BMC Med
- Français (2015) - PNDS
- English (2016) - Br J Dermatol
- English (2017, pdf) - Wounds International
- Español (2017, pdf) - Wounds International
- English (2019, pdf) - Debra International
- English (2019, pdf) - Debra International
- English (2019) - Orphanet J Rare Dis
- English (2019) - Orphanet J Rare Dis
- English (2020) - Br J Dermatol
- English (2020) - Br J Dermatol
- English (2020) - Orphanet J Rare Dis
- Anesthesierichtlijnen
- Czech (2020) - Orphananesthesia
- English (2020) - Orphananesthesia
Overzichtsartikelen over ziekten
- Review artikel
- English (2010) - Orphanet J Rare Dis
- Clinical genetics review
- English (2018) - GeneReviews
Beperking
- Handicap informatiefiche
- Français (2013, pdf) - Orphanet
- Español (2018, pdf) - Orphanet


Aanvullende informatie