Zoek een zeldzame ziekte
Andere zoekoptie(s)
Syndroom van Desbuquois
Definitie ziekte
Desbuquoissyndroom (DBQD) is een osteochondrodysplasie gekenmerkt door ernstige dwerggroei met micromelie, dysmorfie van het gezicht, gewrichtslaxiteit met meerdere dislocaties, wervel- en metafysaire afwijkingen en geavanceerde carpo-tarsale ossificatie. Twee vormen werden onderscheiden op basis van de aanwezigheid (type 1) of afwezigheid (type 2) van karakteristieke handafwijkingen. Een variante vorm van DBQD, Kim-variant (zie deze termen), is ook beschreven en wordt gekenmerkt door een kleine gestalte en articulaire, minder belangrijke gezichtsafwijkingen en beduidende handafwijkingen.
ORPHA:1425
Classification level: AandoeningSamenvatting
Epidemiologie
Tot op heden werden er minder dan 50 gevallen beschreven in de literatuur.
Klinische beschrijving
DBQD wordt gekenmerkt door ernstige dwerggroei met micromelie, dysmorfie van het gelaat (rond plat gezicht, opvallende ogen, hypoplasie van het middengezicht, korte neus, microstomie, lange bovenlip met plat filtrum, microretrognathie, wat vaak resulteert in geïsoleerd Pierre Robinsyndroom (zie deze term)), thoracale hypoplasie, kyfoscoliose, ernstige gewrichtslaxiteit met dislocatie en osteopenie. Bijkomende kenmerken zijn onder andere glaucoom, cardiale septumdefecten, hypoplasie van de longen, obesitas en klompvoeten met het uiterlijk van schommelstoel-voeten. Twee vormen werden onderscheiden op basis van de aanwezigheid (type 1) of afwezigheid (type 2) van karakteristieke anomalieën van de hand (een accessoir botvormingscentrum distaal van de tweede metacarpaal, gespleten distale falanx of een duim met deltavormige falanx). Een variante vorm van DBQD, nl. Kim-variant, werd bij 7 patiënten afkomstig uit Korea en Japan beschreven en wordt gekenmerkt door een kleine gestalte, articulaire en mineure afwijkingen van het gezicht, samen met beduidende handafwijkingen, waaronder korte middelhandsbeentjes en uitgerokken falangen met gevorderde botleeftijd van de handwortelbeentjes.
Etiologie
DBQD, type 1 en Kim-variant worden veroorzaakt door mutaties in het gen CANT1 (17q25.3). De functie van CANT1 is nog onbekend. Er zijn meldingen dat mutaties in het XYLT1-gen (16p12) DBQD type 2 veroorzaken. XYLT1 codeert voor xylosyltransferase 1 dat betrokken is bij de synthese van proteoglycanen. Maar niet alle DBQD type 2-gevallen vertonen XYLT1-mutaties, wat er op duidt dat er andere ziekteverwekkende genen meespelen.
Diagnostische methodes
De diagnose steunt op de herkenning van de volgende klinische en radiologische kenmerken: een geavanceerde carpale en tarsale botleeftijd; een brede femurhals met een spoor-achtige projectie en prominente trochanter, daarmee lijkend op een Engelse sleutel; smalle thorax; coronale of sagittale splijting van de wervels en voor DBQD type 1 typische veranderingen van de hand, bestaande uit een klein delta-vormig extrafalangeaal bot distaal van het tweede middenhandsbeentje, wat leidt tot een radiale afwijking van de wijsvingers (delta-falanx of dubbele duim), en horizontale acetabulaire daken met dislocatie van de femurkoppen. De diagnose wordt bevestigd door de genetische screening van CANT1 bij type 1 en XYLT1 bij type 2 DBQD.
Differentiële diagnose
Tot de differentiële diagnose behoren autosomaal dominant of recessief Larsensyndroom, Reunion island's Larsensyndroom, Catel-Manzkesyndroom, chondrodysplasie met gewrichtsdislocaties, gPAPP type, CHST3-gerelateerde skeletdysplasie, spondyloëpifyseale dysplasie, Omani type, diastrofe dwerggroei en humerospinale dysostose (zie deze termen).
Antenatale diagnose
Een antenatale diagnose wordt gesteld via echografie in het tweede trimester van de zwangerschap door de detectie van een teveel aan vruchtwater, hydrops foetalis (zie deze term), intra-uteriene groeivertraging, afwijkingen van de wervels en karakteristieke dysmorfe kenmerken.
Genetisch advies
De overerving gebeurt op autosomaal recessieve wijze en genetisch advies wordt aanbevolen.
Beheer en behandeling
De behandeling bestaat uit een regelmatig orthopedisch onderzoek (vaak zijn meerdere operaties nodig voor scoliose, heup- en kniedislocatie) en een opvolging van het oog en oor.
Prognose
Type 1 DBQD heeft een hoog sterftecijfer van meer dan 33% en dit is te wijten aan ademhalingsproblemen. Overlevers kunnen een verstandelijke handicap, ontwikkelingsachterstand en een algemene en progressieve gewrichtslaxiteit met ontwrichte knieën vertonen. Orthopedische complicaties bij DBQD beperken vaak het vermogen zich zelfstandig te bewegen.
Er is een tekst voor deze aandoening beschikbaar in het Français (2014) Deutsch (2015) English (2015) Español (2015) Italiano (2005)
Aanvullende informatie