Zoek een zeldzame ziekte
Andere zoekoptie(s)
Systemische primaire carnitinedeficiëntie
Definitie ziekte
Een stoornis van de carnitinecyclus en het carnitinetransport die traditioneel gekarakteriseerd wordt door aanvang in de vroege kindertijd van cardiomyopathie, vaak met zwakheid en hypotonie, groeiachterstand en recurrente aanvallen van hypoketotische hypoglycemie en/of coma.
ORPHA:158
Classification level: Aandoening- Synoniem(en):
- CDSP
- CUD
- Carnitine-opnamedeficiëntie
- Carnitinetransporterdefect
- Deficiëntie van de carnitinetransporter van het plasmamembraan
- OCTN2-deficiëntie
- SPCD
- Prevalentie: -
- Erfelijkheid: Autosomaal recessief
- Leeftijd bij eerste symptomen: Kindsheid, Neonataal
- ICD 10: E71.3
- OMIM-nummer: 212140
- UMLS: C0342788
- MeSH: -
- GARD: 5104
- MedDRA: -
Samenvatting
Epidemiologie
De exacte prevalentie is onbekend en varieert afhankelijk van de etniciteit. De geschatte prevalentie bedraagt 1/20.000 - 1/70.000 pasgeborenen in Europa en de VS, terwijl de geschatte incidentie in Japan 1/40.000 geboorten bedraagt. In de Faeröer is de prevalentie 1/1300 en de incidentie is 1/720.
Klinische beschrijving
De aanvang van de ziekte treedt meestal op bij zuigelingen tussen de leeftijd van 3 maanden tot 2 jaar. Zuigelingen vertonen vaak hypoketotische hypoglycemie, voedingsproblemen, prikkelbaarheid, lethargie en hepatomegalie, veroorzaakt door stress ten gevolge van vasten of veel voorkomende ziekten, waaronder gastro-enteritis en luchtweginfecties. Ruwweg de helft van de zich klinisch presenterende patiënten vertonen een verlaagde spierspanning en progressieve cardiomyopathie in de kindertijd die leidt tot hartfalen. Anemie wordt soms geobserveerd, aangezien carnitine een rol speelt in het metabolisme van rode bloedcellen. De presentatie bij volwassenen is geassocieerd met mildere symptomen zoals vermoeidheid en verminderd uithoudingsvermogen, maar gedilateerde cardiomyopathie, hartritmestoornissen en plotselinge hartdood werden ook gemeld. Asymptomatische volwassenen werden ook beschreven. Tijdens de zwangerschap kunnen de mildere symptomen en hartritmestoornissen verergeren.
Etiologie
SPCD wordt veroorzaakt door mutaties in het SLC22A5-gen op chromosoom 5q31.1 dat codeert voor de plasmamembranaire, natriumafhankelijke, hoge affiniteits-carnitinetransporter (OCTN2) die tot expressie wordt gebracht in de meeste weefsels, waaronder gekweekte fibroblasten, lymfocyten, spier, nier, darmen en het hart. OCTN2 is nodig voor het transport van L-carnitine doorheen het plasmamembraan en L-carnitine is nodig voor het transport van lange-ketenvetzuren tot in de mitochondriën, waar vetzuuroxidatie plaatsvindt. Wanneer geen vet beschikbaar is voor vetzuuroxidatie als gevolg van SPCD, wordt glucose verbruikt (resulterend in hypoglycemie), en vet vrijgemaakt uit het vetweefsel stapelt zich op in de lever, hart en skeletspier (wat leidt tot hepatische steatose en vervetting van de spieren).
Diagnostische methodes
De diagnose is gebaseerd op het aantonen van zeer lage concentraties aan vrij en totaal carnitine (< 5-10 micromol/l) in het plasma en wordt bevestigd door het aantonen van een significant verminderd carnitinetransport in de huidfibroblasten of door biallelische pathogene mutaties in het SLC22A5-gen. Er wordt een lipidenmyopathie met microvesikulaire lipidenaccumulatie gezien in de spieren en lever, alsook verhoogde niveaus van levertransaminasen en hyperammoniëmie. Een duidelijke renaal verlies van carnitine, zelfs bij zeer lage carnitineconcentraties in plasma en weefsel, wordt ook opgemerkt. Pasgeborenenscreening is beschikbaar in Oostenrijk, Denemarken, Hongarije, IJsland, Portugal, Spanje en Israël.
Differentiële diagnose
De differentiële diagnosen omvatten andere vetoxidatiedefecten, zoals middellange keten-acyl-CoA-dehydrogenasedeficiëntie en zeer lange keten-acyl-CoA-dehydrogenasedeficiëntie.
Genetisch advies
SPCD is een autosomaal recessieve aandoening en erfelijkheidsadvies kan worden aangeboden aan gezinnen met een gekende mutatie.
Beheer en behandeling
Carnitinetherapie is de standaardbehandeling. Orale levocarnitine (L-carnitine)-suppletie van 100-400 mg/kg/dag is gewoonlijk vereist, verdeeld over 3 doses. Orale carnitinebehandeling is nodig voor de levenslange behandeling van de ziekte.
Prognose
De prognose is zeer goed zolang orale carnitinesuppletie wordt gehandhaafd.
Gedetailleerde informatie
Artikel voor experts
- Samenvatting
- Hebrew (2020, pdf)
- Polski (2014, pdf)
- Russian (2014, pdf)
- Richtlijnen voor spoedgevallen
- English (2008, pdf)
- Review artikel
- English (2012)
- Richtlijnen klinische praktijk
- Français (2021)
- Clinical genetics review
- English (2016)
Aanvullende informatie