Zoek een zeldzame ziekte
Andere zoekoptie(s)
Familiale vroegtijdige puberteit beperkt tot mannen
Definitie ziekte
Familiale vroegtijdige puberteit beperkt tot mannen (FMPP) is een gonadotropine-onafhankelijke, familiale vorm van tot mannen beperkte vroegtijdige puberteit, die zich gewoonlijk voordoet tussen de leeftijd van 2-5 jaar als versnelde groei, vroege ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken en een gereduceerde volwassen lengte.
ORPHA:3000
Classification level: Aandoening- Synoniem(en):
- FMPP
- Familiale gonadotrofine-onafhankelijke pubertas praecox beperkt tot mannen
- Testotoxicose
- Vroegtijdige puberteit beperkt tot mannen
- Prevalentie: <1 / 1 000 000
- Erfelijkheid: Autosomaal dominant
- Leeftijd bij eerste symptomen: Kindertijd
- ICD 10: E30.1
- OMIM-nummer: 176410
- UMLS: C0342549
- MeSH: C536961
- GARD: 4475
- MedDRA: 10063654 10063656
Samenvatting
Epidemiologie
FMPP is een zeer zeldzame aandoening; de prevalentie bedraagt minder dan 1/1.000.000.
Klinische beschrijving
FMPP presenteert zich in jongens vanaf 2-5 jaar met vroegtijdige tekenen van puberteit, waaronder groeiversnelling, penisvergroting, acne, schaamhaar en gezichtsbeharing. Gewoonlijk worden spontane erecties en masturbatiegedrag geobserveerd. Het testesvolume is matig toegenomen, in tegentelling tot bij centrale vroegtijdige puberteit (zie deze term) waar het testesvolume merkelijk vergroot is, zoals bij een normale puberteit. De presentatie is variabel, zelfs tussen broers, maar de meeste onbehandelde patiënten vertonen een premature epifysaire fusie die resulteert in een aangetaste volwassen lichaamslengte. Agressief gedrag en sociale uitsluiting kunnen voorkomen. Milde oligospermie werd gemeld in sommige volwassenen, maar de meeste individuen behouden de vruchtbaarheid. Een verhoogd risico op aandachtstekort-hyperactiviteitsstoornis (ADHD) werd waargenomen.
Etiologie
FMPP wordt veroorzaakt door een activerende mutatie in het lutropine-choriogonadotropisch hormoonreceptorgen (LHCGR, 2p21) die leidt tot verhoogde niveaus van geslachtshormonen in de context van laag luteïniserend hormoon. De chronische activatie van deze receptor leidt tot vroegtijdige testosteronproductie door Leydigcellen. Er wordt geen effect waargenomen bij vrouwelijke dragers doordat een tweeledig signaal van luteïniserend hormoon (LH) en follikelstimulerend hormoon (FSH) de ovariumstimulatie te bevordert.
Diagnostische methodes
Patiënten vertonen verhoogde testosteronniveaus in het serum (typisch 3-20 nmol/l) en verlaagde secretie van gonadotropines, zelfs na stimulatie met luteïniserend hormoon-releasing hormoon (LHRH). Radiologisch onderzoek brengt skeletale maturatie aan het licht. De diagnose wordt bevestigd door genetische tests waarbij de activerende mutaties in het LHCGR-gen geïdentificeerd worden.
Differentiële diagnose
De differentiële diagnoses omvatten andere oorzaken van vroegtijdige puberteit geassocieerd met lage niveaus van gonadotropines zoals bijniertumoren, testiculaire Leydigceltumoren (uitgesloten door echografie van de testes aangezien ze een kleine omvang kunnen hebben), humaan choriongonadotropine (HCG)-secreterende tumoren, congenitale adrenale hyperplasie (CAH) als gevolg van 21-hydroxylasedeficiëntie, CAH als gevolg van 11-beta-hydroxylasedeficiëntie, centrale vroegtijdige puberteit (met detecteerbare LH-niveaus die kunnen gestimuleerd worden door gonadotropine-releasing hormoon (GnRH) of GnRH-agonisten) (zie deze termen), en verborgen blootstelling aan androgenen.
Antenatale diagnose
Prenatale genetische screening is mogelijk wanneer een proband geïdentificeerd werd.
Genetisch advies
De overdracht is autosomaal dominant. Moeders kunnen stille dragers zijn, en elke zoon heeft 50% kans op FMPP.
Beheer en behandeling
De behandeling bestaat uit het reduceren van hyperandrogenisme bij kinderen (seksuele maturatie, gestalte). Twee opties werden voorgesteld. De eerste bestaat uit het toedienen van de androgeenantagonist bicalutamide (12,5-100 mg/d) samen met aromatase-inhibitoren zoals anastrozol (1 mg/d) of letrozol (2,5 mg/d) om de groeisnelheid te normaliseren tot de volwassen lengte bereikt is. De tweede optie bestaat uit het toedienen van inhibitoren van de androgeenbiosynthese zoals ketoconazol (15 mg/kg/d) wat resulteert in een daling van de testosteronniveaus. In beide gevallen kunnen de behandelingen aangevuld worden met GnRH-therapie wanneer centrale (gonadotropine-afhankelijke) vroegtijdige puberteit ontwikkelt. Psychologische bijstand is noodzakelijk om de patiënt en familie te helpen aanpassen aan de stimulerende effecten van hoge androgeenniveaus.
Prognose
De prognose is gunstig; met een behandeling kunnen de meeste patiënten een gepaste volwassen lengte bereiken. De ziekte lijkt geen gevolgen te hebben tijdens de volwassenheid, maar dit is gebaseerd op een beperkt aantal klinische rapporten.
Aanvullende informatie