Zoek een zeldzame ziekte
Andere zoekoptie(s)
Auto-immuun lymfoproliferatief syndroom
Definitie ziekte
Auto-immune lymfoproliferatief syndroom (ALPS) is een zeldzame erfelijke aandoening die wordt gekarakteriseerd door niet-kwaadaardige lymfoproliferatie, multilineage cytopenies, en een levenslang verhoogd risico op Hodgkin- en non-Hodgkinlymfoom.
ORPHA:3261
Samenvatting
Epidemiologie
De prevalentie van ALPS is niet gekend. Het werd tot op heden gekarakteriseerd in meer dan 500 patiënten en werd wereldwijd gerapporteerd in verscheidene etnische groepen.
Klinische beschrijving
ALPS is klinisch heterogeen met de volgende primaire klinische signalen: lymfoproliferatie die zich manifesteert als lymfadenopathie en hepatosplenomegalie met of zonder hypersplenisme welke vaak verbeteren met ouder worden, auto-immuunziekten, meestal met betrekking op bloedcellen, en een levenslang verhoogd risico op lymfoom. Vele patiënten ontwikkelen niet-kwaadaardige lymfoproliferatie gedurende de eerste levensjaren. De ernst van klinische uitingen van auto-immuniteit onder de vorm van hemolytische anemie, trombocytopenie, neutropenie, of auto-immune hepatitis varieert, maar deze kenmerken zijn vaak afwezig op het tijdstip van de diagnose. Er werd gerapporteerd dat auto-immuniteit mogelijks elk orgaan kan treffen, met als gevolg uveïtis, longfibrose, gastritis, colitis, nefritis, urticaria, artritis, of zeldzame neurologische complicaties. Ook het verloop van de ziekte is variabel. Op basis van de oorzakelijke genen en soorten mutaties werden verschillende genetische subtypes voorgesteld die vaak in gelijkaardige klinische verschijnselen en uitkomsten resulteren. Deze omvatten ALPS-FAS, ALPS-FASLG (FAS gen), ALPS-CASP10 (CASP10), en ALPS-U (onbepaald genetisch defect).
Etiologie
ALPS wordt veroorzaakt door een defecte homeostase van de lymfocyten. Van kiembaanmutaties in het FAS (10q24.1), FASLG (1q23), of CASP10 (2q33-q34) gen is geweten dat ze geassocieerd zijn met ALPS. 75% van de gevallen zijn geassocieerd met heterozygote mutaties in FAS. De op één na grootste groep (10%) heeft somatische mutaties in FAS, terwijl CASP10 (2-3%) en FASLG (<1%) mutaties maar zelden gerapporteerd worden. Bij sommige patiënten heeft geen enkel van deze genen een mutatie (ALPS-U). Meer recent werd een geval van een ALPS-achtige aandoening ten gevolge van een mutatie in het PRKCD gen (3p21.31) gerapporteerd. Deze patiënt vertoonde echter geen verhoogd aantal DNT cellen en voldoet bijgevolg niet aan de diagnostische criteria.
Diagnostische methodes
De diagnose is gebaseerd op klinische, laboratorium en genetische bevindingen. Een definitieve diagnose wordt vastgesteld wanneer de beide vereiste diagnostische criteria aanwezig zijn, i.e. chronische niet-kwaadaardige, niet-infectueuze lymfadenopathie en/of splenomegalie en een verhoogd aantal TCR alfa/beta-dubbelnegatieve T-cellen (DNT's) met een normaal of verhoogd aantal lymfocyten, met daarnaast een primair bijkomend criterium, waaronder defecte apoptose van lymfocyten, en kiembaanmutaties of somatische mutaties in FAS, FASLG of CASP10.
Genetisch advies
Afhankelijk van de specifieke mutatie kan de overerving autosomaal dominant of autosomaal recessief zijn.
Beheersing en behandeling
Sommige patiënten kunnen nood hebben aan chronische immuniteitsonderdrukkende therapieën met sirolimus en mycofenolaatmofetil.
Prognose
De prognose voor patiënten met ALPS blijft twijfelachtig. Patiënten met ALPS-FAS hebben een significant hoger risico op non-Hodgkin- en Hodgkinlymfoom dat kan optreden op elke leeftijd en vatbaar is voor conventionele chemotherapie.
Gedetailleerde informatie
Artikel voor het grote publiek
Artikel voor experts
- Diagnostische criteria
- English (2010, pdf)
- Clinical genetics review
- English (2017)
Aanvullende informatie