Zoek een zeldzame ziekte
Andere zoekoptie(s)
Familiaal hyperaldosteronisme type II
Definitie ziekte
Een hereditaire vorm van primair aldosteronisme (PA), gekenmerkt door hypertensie met variabele gradaties van ernst, hyperaldosteronisme dat niet kan verholpen worden met glucocorticoïden, variabele hypokaliëmie, lage activiteit van renine in plasma (PRA), en verhoogde aldosteron/renine-verhouding.
ORPHA:404
Classification level: AandoeningSamenvatting
Epidemiologie
PA is de meest voorkomende vorm van secundaire hypertensie, en wordt aangetroffen bij tot wel 10% van de hypertensieve patiënten. Familiale vormen zijn echter zeldzaam, en vertegenwoordigen 6-7% van de volwassen PA-gevallen. Familiaal hyperaldosteronisme type II (FH-II) wordt beschouwd als de meest gangbare vorm van familiaal hyperaldosteronisme, en vertegenwoordigt naar schatting 6% van alle PA-gevallen.
Klinische beschrijving
Op vlak van klinische en biochemische presentatie is FH-II niet te onderscheiden van sporadisch PA, hoewel mogelijk vroeg optredend PA kan waargenomen worden. Hypertensie met variabele gradaties van ernst, zelfs tussen leden van eenzelfde familie, wordt bij de meeste patiënten opgemerkt, en vangt aan op verschillende leeftijden. Vermoeidheid en spierzwakte worden gerapporteerd. Complicaties als gevolg van hypertensie en overmaat van aldosteron (waaronder natriumretentie en hypokaliëmie) kunnen optreden. Patiënten met PA lopen een hoger risico op cardiovasculaire voorvallen, zoals aandoening van kransslagader, cerebrovasculair accident, niet-fataal hartinfarct, atriumfibrillatie, en hartfalen.
Etiologie
FH-II is te wijten aan heterozygote mutaties met functiewinst in het gen CLCN2 (3q27.1), dat codeert voor het chloridekanaal ClC-2. Mutaties azijn gesitueerd in verschillende domeinen van ClC-2, en beïnvloeden de functie van het kanaal in verschillende mate, hetgeen de fenotypische heterogeniteit verklaart. De mutaties resulteren in constitutieve activatie van kanalen, membraandepolarisatie van cellen van zona glomerulosa van bijnierschors, opening van spanningsafhankelijke calciumkanalen, en activatie van de calcium-signaalweg die biosynthese van aldosteron uitlokt.
Diagnostische methodes
FH-II wordt gediagnosticeerd wanneer PA bevestigd wordt bij twee of meer familieleden en andere familiale vormen uitgesloten zijn. Patiënten vertonen een aspecifieke variabele respons van aldosteron op staande positie of infusie van AngII. Vroeg optredend PA kan waargenomen worden in associatie met specifieke CLCN2-mutaties.
Differentiële diagnose
FH-II is klinisch en biochemisch niet te onderscheiden van sporadisch PA, hoewel in sommige gevallen mutaties in CLCN2 geassocieerd zijn met vroeg optredend PA. Ook de andere vormen van FH (FH-I, FH-III en FH-IV) zijn differentiële diagnoses.
Genetisch advies
Transmissie van FH-II gebeurt autosomaal dominant met variabele penetrantie. Erfelijkheidsadvies dient aangeboden te worden aan getroffen individuen om hen te informeren over het risico van 50% op transmissie van de pathogene variant bij elke zwangerschap.
Beheer en behandeling
FH-II reageert niet op behandeling met glucocorticoïden, en er werd geen specifieke behandeling geïdentificeerd voor dragers van CLCN2-mutaties. Behandeling bestaat uit medische therapie met antagonisten van mineralocorticoïdreceptor, indien nodig in combinatie met bijkomende medicatie tegen hypertensie.
Prognose
Mits behandeling is de prognose goed.
Er is een tekst voor deze aandoening beschikbaar in het Italiano (2001) English (2021) Español (2021) Français (2021) Português (2021) Greek (2014, pdf)
Gedetailleerde informatie
Richtlijnen
- Richtlijnen klinische praktijk
- Français (2016) - SFE
- English (2016) - J Clin Endocrinol Metab


Aanvullende informatie