Zoek een zeldzame ziekte
Andere zoekoptie(s)
Familiaal kort-QT-syndroom
Definitie ziekte
Een zeldzame, genetische hartritmestoornis, gekarakteriseerd door een kort QTc-interval op het oppervlakte-elektrocardiogram (ECG) met een hoog risico op syncope of plotselinge dood door maligne ventriculaire aritmie.
ORPHA:51083
Classification level: AandoeningSamenvatting
Epidemiologie
Dit uiterst zeldzaam syndroom treft vooral jongvolwassenen of zuigelingen, en werd bij bijna 80 families gerapporteerd. De ziekte werd vooral gerapporteerd bij mannen.
Klinische beschrijving
Terwijl de ziekte asymptomatisch kan blijven, is de meest gangbare presentatie een hartstilstand, wat voorkomt bij ongeveer 40% van de patiënten tussen de geboorte en de leeftijd van 40 jaar. Andere symptomen zijn onder meer syncope en hartritmestoornissen waaronder atriumfibrilleren, ventrikelfibrilleren (VF), supraventriculaire tachycardie (SVT), en polymorfe ventriculaire tachycardie. Er is een hoog risico op terugkerende aritmische voorvallen bij symptomatische patiënten. Het risico op plotse hartdood is het hoogst tijdens het eerste levensjaar en tussen 20 en 40 jaar.
Etiologie
Er werden mutaties geïdentificeerd in de genen KCNQ1 (11p15.5), KCNH2 (7q36.1) en KCNJ2 (17q24.3), die coderen voor kaliumkanalen in het hart, en in het gen CACNA2D1 (7q21.11), dat codeert voor een calciumkanaal, van getroffen patiënten. Bij 40% van de patiënten wordt geen genetische oorzaak geïdentificeerd.
Diagnostische methodes
Volgens de richtlijnen van de Europese Vereniging voor Cardiologie wordt SQTS gediagnosticeerd door de aanwezigheid van een gecorrigeerd QT (QTc)-interval kleiner dan of gelijk aan 340 ms bij 12-kanaal rust-ECG, of dient SQTS overwogen te worden bij aanwezigheid van een QTc kleiner dan of gelijk aan 360 ms en één of meer van de volgende criteria: een bevestigde pathogene mutatie, een familiegeschiedenis van SQTS, een familiegeschiedenis van plotselinge dood op jonge leeftijd (jonger dan 40 jaar), of voorgeschiedenis van ventriculaire tachyaritmie/ventrikelfibrilleren (VT/VF) in afwezigheid van hartziekte. Wanneer een patiënt werd gediagnosticeerd, wordt klinische evaluatie van alle familieleden aangeraden, inclusief een ECG bij neonaten.
Differentiële diagnose
De differentiële diagnose omvat andere repolariserende aandoeningen zoals syndroom van Brugada en vroege repolarisatie-syndroom. Belangrijk om te melden is dat enkele zeldzame patiënten met syndroom van Brugada werden gerapporteerd met een korte QTc.
Genetisch advies
Overerving gebeurt autosomaal dominant. Erfelijkheidsadvies dient aangeboden te worden aan getroffen families. Eerstegraadsverwanten van een getroffen individu lopen een risico van 50% om zelf getroffen te zijn. Er werden ook sporadische gevallen gerapporteerd.
Beheer en behandeling
Momenteel wordt een automatische implanteerbare cardioverter-defibrillator (ICD) aangeraden voor patiënten die een aanhoudende VT/VF-episode hebben ervaren of die een afgebroken hartstilstand overleefden. ICD wordt echter gecompliceerd door een hoog risico op ongepaste ICD-schokken, vooral bij pediatrische patiënten, en vereist gepaste programmering om oversensing van T-golven te voorkomen. Profylactische toediening van kinidine kan overwogen worden bij patiënten voor wie ICD werd afgeraden/geweigerd of voor asymptomatische SQTS-patiënten met een familiegeschiedenis van plotse hartdood. Patiënten die kinidine gebruiken, dienen zorgvuldig gecontroleerd te worden op QT-verlenging en mogelijke pro-aritmische voorvallen.
Prognose
Het risico op plotse hartdood is hoog, en een voorgeschiedenis van overleefde hartstilstanden bij de initiële presentatie is een sterk voorspellende factor van terugkerende ventriculaire aritmieën na verloop van tijd.
Gedetailleerde informatie
Artikel voor experts
- Samenvatting
- Hebrew (2019, pdf)
- Review artikel
- Français (2007, pdf)
- Richtlijnen klinische praktijk
- Deutsch (2013)
- Français (2009)
- English (2013)
- Guidance voor genetische testen
- Français (2017, pdf)
Aanvullende informatie