Zoek een zeldzame ziekte
Andere zoekoptie(s)
Autosomaal recessieve polycystische nierziekte
Definitie ziekte
Een zeldzaam, genetisch, hepatorenaal fibrocystisch syndroom gekarakteriseerd door cystische dilatatie en ectasie van verzamelbuisjes van de nier, en een malformatie van ductale platen van de lever die leidt tot congenitale leverfibrose. Het klinisch beeld manifesteert zich doorgaans in utero of bij de geboorte, is variabel en omvat in de meest ernstige gevallen Potter sequentie, oligohydramnion, pulmonale hypoplasie, en massaal uitgezette echogene nieren.
ORPHA:731
Classification level: AandoeningSamenvatting
Epidemiologie
De prevalentie wordt geschat op 1/20.000 levendgeborenen. Mannelijke en vrouwelijke kinderen worden in gelijke mate getroffen.
Klinische beschrijving
Het klinisch spectrum is breed en omvat variabele gradaties van nierinsufficiëntie, milde tot ernstige, levensbedreigende neonatale ademnood/ademhalingsfalen als gevolg van pulmonale hypoplasie, hyponatriëmie, hypertensie en vatbaarheid voor infecties van het urinewegstelsel. Patiënten kunnen op verschillende leeftijden evolueren naar terminaal nierfalen (ESRD). Congenitale hepatische fibrose (CHF) is onveranderlijk aanwezig bij de geboorte, hoewel het mogelijk klinisch niet waarneembaar is. De progressieve manifestaties van CHF omvatten doorgaans portale hypertensie (pHTN), gastro-intestinale spataders en geassocieerde bloeding, galwegziekte (syndroom van Caroli en cholangitis) en hepatosplenomegalie.
Etiologie
Het meest frequent geïdentificeerde causale gen is PKHD1 (6p12.2-3), dat codeert voor het ciliaire proteïne fibrocystine. Er werden ook mutaties geïdentificeerd in een cilium-gerelateerd gen, DZIP1L (3q22.3), dat codeert voor een zinkvingereiwit.
Diagnostische methodes
Het hepatorenale fenotype en een familiale geschiedenis consistent met autosomaal recessieve overerving zijn suggestief voor de ziekte. Echografie toont doorgaans hyperechogene en uitgezette nieren met behoud van contouren en microcysten. Echografie van de lever toont ectasie van galwegen, een heterogene lever en mogelijk tekenen van pHTN en geassocieerde spataders. Testen van de leverfunctie blijven doorgaans binnen de normale grenzen, maar trombocytopenie en splenomegalie kunnen tekenen van pHTN zijn. Genetisch testen kan de causale mutatie bevestigen.
Differentiële diagnose
De voornaamste differentiële diagnoses zijn andere erfelijke cystische nierziekten waaronder autosomaal dominante polycystische nierziekte, HNF1bèta-geassocieerde cystische nefropathieën, cystische nierdysplasie en nefronoftisis, alsook zeldzame metabole ziekten zoals glutaaracidurie type II.
Antenatale diagnose
Verdachte prenatale echografische bevindingen zijn onder meer bilateraal hyperechogene, uitgezette nieren met weinig cortico-medullaire differentiatie, met of zonder oligohydramnion en cysten. Genetisch testen is mogelijk wanneer reeds eerder een mutatie werd geïdentificeerd in een familielid.
Genetisch advies
Het overervingspatroon is autosomaal recessief. Het herhalingsrisico in broers/zussen van een getroffen kind bedraagt 25%.
Beheer en behandeling
De behandeling is ondersteunend met conservatieve therapie van chronische nierziekte en hepatische symptomen. Bij nieuwgeborenen vereist pulmonale hypoplasie mogelijk mechanische of hoogfrequente beademing. Hypertensie vereist agressieve behandeling, en vaak is er nood aan een combinatie van verschillende geneesmiddelen, waarvan inhibitoren van angiotensine-converterend enzym (ACE) of antagonisten van angiotensinereceptoren (ARB) de hoofdpijlers vormen. Peritoneale dialyse wordt aangeraden als eerste keuze voor niervervangingstherapie (NVT) voor kinderen met eindstadium nierziekte (ESRD). Niertransplantatie is de beste oplossing in geval van ESRD. Afhankelijk van het hepatisch fenotype kan gecombineerde lever- en niertransplantatie nodig zijn. Regelmatig onderzoek van de leverziekte is nodig om complicaties te identificeren. Mogelijk is levertransplantatie vereist. Multidisciplinaire ondersteuning dient overwogen te worden voor geassocieerde neurocognitieve en gedragsproblemen.
Prognose
De ziekte is geassocieerd met een verlaagde levensverwachting, hoewel de overleving aan het verbeteren is. In geval van neonatale ademnood, werd een mortaliteit van wel 30-40% beschreven. Van de patiënten die de neonatale periode overleven, zal ongeveer 50% ESRD ontwikkelen binnen het eerste levensdecennium. CHF is een belangrijke oorzaak van morbiditeit en mortaliteit.
Er is een tekst voor deze aandoening beschikbaar in het Deutsch (2019) English (2019) Español (2019) Français (2019) Italiano (2019) Suomi (2019, pdf) Hebrew (2021, pdf)
Gedetailleerde informatie
Het brede publiek
- Artikel voor het grote publiek
- Svenska (2022) - Socialstyrelsen
Richtlijnen
- Richtlijnen klinische praktijk
- English (2014) - J Pediatr
Overzichtsartikelen over ziekten
- Clinical genetics review
- English (2019) - GeneReviews


Aanvullende informatie