Zoek een zeldzame ziekte
Andere zoekoptie(s)
Vroeg-infantiele epileptische encefalopathie
Definitie ziekte
Een ernstige vorm van leeftijdsgerelateerde epileptische encefalopathie, gekarakteriseerd door de aanvang van tonische spasmen tijdens de eerste 3 levensmaanden die gegeneraliseerd of aan één zijde kunnen voorkomen, die onafhankelijk zijn van de slaapcyclus, en die tot honderden keren per dag kunnen voorkomen, met psychomotorische beperkingen en de dood tot gevolg.
ORPHA:1934
Classification level: Aandoening- Synoniem(en):
- EIEE
- Syndroom van Ohtahara
- Vroeg-infantiele epileptische encefalopathie met burstsuppressie
- Prevalentie: Unknown
- Erfelijkheid: Autosomaal dominant of Autosomaal recessief of X-gebonden recessief of Niet toepasbaar
- Leeftijd bij eerste symptomen: Neonataal
- ICD 10: G40.3
- OMIM-nummer: 300672 308350 609304 612164 613402 613721 615473 616341 617276 617350 617389 617391 617493 617599 618548
- UMLS: C0393706
- MeSH: -
- GARD: 9255
- MedDRA: 10071545
Samenvatting
Epidemiologie
De incidentie is geschat op 1/100.000 geboortes in Japan en 1/50.000 geboortes in het V.K.
Klinische beschrijving
De aanvang van EIEE vindt plaats binnen de eerste 3 levensmaanden maar sommigen vertonen de ziekte al binnen de eerste aantal weken na de geboorte. Neonatale patiënten hebben slechte zuigreflexen, hypotonie en algemene en symmetrische tonische spierkrampen die in groep of alleenstaand kunnen voorkomen en tot 10 seconden kunnen duren. Het patroon van deze krampen blijft ongewijzigd bij waken of slapen en ze kunnen honderden keren per dag optreden. Andere soorten aanvallen, waaronder gegeneraliseerde tonisch-clonische aanvallen, focale motorische aanvallen en hemiconvulsies, worden waargenomen in 1/3 van de gevallen. Patiënten die langer dan 2 jaar overleven, vertonen ernstige psychomotorische gebreken. In sommige gevallen kan EIEE overgaan in Westsyndroom (tussen een leeftijd van 2-6 maanden) en later in Lennox-Gastautsyndroom (zie deze termen). Bepaalde genetische varianten vertonen bijkomende kenmerken zoals dyskinetische bewegingen en een atypisch fenotype van Rettsyndroom (zie deze term). Overlijden is vaak ten gevolge van pneumonie of andere complicaties van een complexe afwijking.
Etiologie
De oorsprong van EIEE kan verschillen. Vele gevallen werden geassocieerd met structurele afwijkingen aan de hersenen. Sommige gevallen zijn het gevolg van metabole aandoeningen (cytochroom C-oxidasedeficiëntie, carnitinepalmitoyltransferase II-deficiëntie; zie deze termen) of misvormingen aan de hersenen (zoals porencefalie en hemimegalencefalie; zie deze termen) die van oorsprong al dan niet genetisch kunnen zijn. Genetische varianten van EIEE werden geassocieerd met mutaties in bepaalde genen zoals onder meer ARX (Xp22.13), CDKL5 (Xp22), SL25A22 (11p15.5) en STXBP1 (9q34.1). Dat deze genetische afwijkingen leiden tot EIEE wordt vermoed op basis van hun relatie met neuronale stoornis of dysgenesie van de hersenen.
Diagnostische methodes
De diagnose is gebaseerd op klinische en elektro-encefalografische bevindingen. Een karakteristiek elektro-encefalogram (EEG) vertoont een patroon met suppressie-uitbarstingen ('suppression-burst') (dat verschijnt bij aanvang van de krampen) dat bestaat uit een vlaag van pieken en polypieken met hoge amplitude die afwisselen met periodes van basisritme met laag voltage (suppressie). Dit EEG-patroon is continu en blijft ongewijzigd tijdens waken en slapen. Structurele afwijkingen kunnen vaak waargenomen worden bij een MRI van het hoofd.
Differentiële diagnose
Differentiële diagnoses omvatten andere epileptische encefalopathieën zoals vroege myoclonische encefalopathie, Westsyndroom (zie deze termen) en andere epileptische encefalopathieën met vroege aanvang.
Antenatale diagnose
Prenatale diagnose is mogelijk bij families met een gekende genetische etiologie.
Genetisch advies
Er werd autosomaal recessieve overerving gerapporteerd maar de meeste gevallen van EIEE zijn sporadisch (de novo mutaties). Bijgevolg is erfelijkheidsadvies waardevol om ouders te informeren dat het risico dat ze lopen om nog kinderen met EIEE te krijgen laag is.
Beheer en behandeling
Er is geen remedie voor EIEE en patiënten hebben constant toezicht en verzorging nodig. Anti-epileptica zoals benzodiazepinen, valproïnezuur, levetiracetam, zonisamide en fenobarbital controleren aanvallen met beperkt succes, net als pyridoxine. Ook voor een ketogeen dieet een zekere mate van succes gerapporteerd voor het controleren van aanvallen. Bij patiënten met een geassocieerde metabole aandoening kan er een verbetering optreden in het verloop van EIEE eens deze aandoening is behandeld. Op dezelfde manier hebben EIEE-patiënten met bepaalde structurele afwijkingen voordeel gehaald uit chirurgische ingrepen, indien deze unilateraal waren.
Prognose
De prognose is ongunstig met doorgaans optreden van de dood tijdens de zuigelingentijd (50% voor de leeftijd van 2 jaar). Overlevenden hebben ernstige psychomotorische stoornissen met voortdurende aanvallen.
Gedetailleerde informatie
Artikel voor experts
- Review artikel
- English (2012)
- Clinical genetics review
- English (2017)
Aanvullende informatie