Zoek een zeldzame ziekte
Andere zoekoptie(s)
Mucopolysacharidose type 1
Definitie ziekte
Mucopolysaccharidose type 1 (MPS 1) is een zeldzame lysosomale stapelingsziekte die behoort tot de groep mucopolysaccharidoses. Er zijn drie varianten, sterk verschillend in ernst, waarbij Hurlersyndroom de meest ernstige variant is, Scheiesyndroom de mildste variant en Hurler-Scheiesyndroom een intermediair fenotype geeft.
ORPHA:579
Classification level: Aandoening- Synoniem(en):
- Deficiëntie van alfa-L-iduronidase
- MPS1
- MPSI
- Mucopolysacharidose type I
- Prevalentie: 1-9 / 1 000 000
- Erfelijkheid: Autosomaal recessief
- Leeftijd bij eerste symptomen: Elke leeftijd
- ICD 10: E76.0
- ICD-11: 5C56.30
- OMIM-nummer: 607014 607015 607016
- UMLS: C0023786 C2713321
- MeSH: D008059
- GARD: 10335
- MedDRA: 10056886
Samenvatting
Epidemiologie
De prevalentie wordt geschat op 1 op 100.000, met Hurlersyndroom goed voor 57% van de gevallen, Hurler-Scheiesyndroom goed voor 23% van de gevallen en Scheiesyndroom goed voor 20% van de gevallen.
Klinische beschrijving
Bij de ernstige vorm (Hurlersyndroom of MPS I-H, zie deze term) zijn de belangrijkste symptomen skeletale misvormingen en een vertraging in de motorische en intellectuele ontwikkeling. Het manifesteert zich 6-8 maanden na de geboorte. Andere manifestaties omvatten corneale vertroebeling, organomegalie, hart- en vaatziekten, kleine gestalte, hernia, gelaatsdysmorfie en hirsutisme. Radiologisch onderzoek van het skelet toont het karakteristieke patroon van dysostosis multiplex aan. Hydrocefalie kan optreden na het tweede levensjaar. Patiënten met de vorm die zich op volwassen leeftijd manifesteert (Scheiesyndroom of MPS I-S, zie deze term) hebben een bijna normale lengte en vertonen geen intellectuele achterstand. Typische symptomen zijn stijve gewrichten, vertroebelingen van de cornea, carpaletunnelsyndroom en milde skeletale veranderingen. Aortaklepaandoeningen kunnen voorkomen. Compressie van het cervicale ruggenmerg, door glycosaminoglycaaninfiltratie van het hersenvlies, kan leiden tot spastische verlamming indien het niet gecorrigeerd wordt door neurochirurgische tussenkomst. Patiënten met de intermediaire vorm (Hurler-Scheiesyndroom of MPS I-H / S, zie deze term) hebben een normale of bijna normale intelligentie, maar vertonen verschillende gradaties van lichamelijke beperking.
Etiologie
De verschillende fenotypes worden veroorzaakt door allelische mutaties in het alfa-L-iduronidasegen (IDUA, gelokaliseerd in 4p16.3). De mutaties resulteren in volledige deficiëntie van het enzym bij Hurlersyndroom of gedeeltelijk bij het Scheiesyndroom, wat zorgt voor lysosomale accumulatie van dermatansulfaat (DS) en heparansulfaat (HS).
Diagnostische methodes
Een vroege diagnose is moeilijk omdat de eerste klinische verschijnselen niet specifiek zijn (hernia, luchtweginfecties, etc.), maar het is zeer belangrijk dat een vroege behandeling mogelijk wordt gemaakt. De biologische diagnose is gebaseerd op de detectie van een verhoogde uitscheiding van DS en HS in de urine en de demonstratie van de enzymatische deficiëntie (in het plasma, leukocyten, fibroblasten, trofoblasten of amniocyten).
Differentiële diagnose
Mucopolysaccharidose type VI (Maroteaux-Lamysyndroom, zie deze term) lijkt in vele aspecten op mucopolysaccharidose type I, echter, MPS VI patiënten hebben nooit een verstandelijke handicap. Mucopolysaccharidose type II (zie deze term), een X-gebonden recessieve aandoening, met ernstige gewrichtscontracturen als een karakteristiek symptoom, heeft ook veel kenmerken gemeenschappelijk met mucopolysaccharidose type I.
Antenatale diagnose
Een prenatale diagnose kan uitgevoerd worden door enzymtesten of moleculaire genetica in families waar de mutatie is geïdentificeerd.
Genetisch advies
De overdracht is autosomaal recessief. Erfelijkheidsadvies wordt aanbevolen.
Beheer en behandeling
Het genotype moet worden vastgesteld door diagnose bij alle patiënten, omdat dit kan helpen bij het bepalen van de therapeutische aanpak. Symptomatische behandeling dient te worden voorgesteld door een multidisciplinair team. Hematopoietische stamceltransplantatie is bruikbaar gebleken bij sommige patiënten. De behandeling met het vervangende enzym (laronidase) kreeg in 2003 goedkeuring voor het in de handel brengen als weesgeneesmiddel. Alle patiënten, ook degenen die geen transplantatie hebben ondergaan of bij wie de transplantatie is mislukt, hebben aanzienlijk baat bij enzymvervangingstherapie (ERT). Toegediend als wekelijkse infusies leidt het tot verbetering van de longfunctie en beweeglijkheid van het gewricht.
Prognose
Vroege behandeling vertraagt progressie van de ziekte. Het is echter niet effectief tegen neurologische laesies. De levensverwachting is normaal of slechts licht beïnvloed bij het Scheiesyndroom, maar is verlaagd bij het Hurlersyndroom, met overlijden voordat de adolescentie is bereikt als gevolg van ernstige cardiovasculaire en respiratoire complicaties.
Gedetailleerde informatie
Artikel voor het grote publiek
Artikel voor experts
- Samenvatting
- Greek (2011, pdf)
- Slovak (2011, pdf)
- Suomi (2011, pdf)
- Richtlijnen klinische praktijk
- Français (2016)
- English (2011, pdf)
- Clinical genetics review
- English (2021)
Aanvullende informatie